20.
SYSTEEMINSTELLINGEN
20.1 TOEGANG TOT DE SYSTEEMINSTELLINGEN
• Druk in een afspeelmodus op SETUP en selecteer vervolgens [Systeeminstellingen]
Opmerking: geselecteerde opties worden aangegeven met een asterisk.
20.2 EQUALIZER
Selecteer een van de opties om MAESTRO aan uw wensen aan te passen.
•
[Loudness]
Met Loudness worden de hoge/diepe tonen aan het actuele volume aangepast, zodat
fijne tonen ook bij zachte muziek te horen zijn.
•
[Bass]
Instellen van de bassen om de klank aan uw wensen aan te passen.
•
[Hoge tonen]
Instellen van de hoge tonen om de klank aan uw wensen aan te passen.
•
[Balans]
Pas de geluidsbalans tussen de linker- en rechterkant van de versterkeruitgangen aan.
•
[Luidsprekers]
Selecteer het vermogen van de op de MAESTRO aangesloten luidsprekers.
•
[Maximaal vermogen]
Geschikt voor grote, krachtige luidsprekers (volledige frequentiegang, geen
vermogensbegrenzer).
•
[Matig vermogen]
Geschikt voor luidsprekers met middelmatig vermogen (volledige frequentiegang,
begrensd op 100 W @ 4 Ohm resp. 50 W @ 8 Ohm)
•
[2.1-systeem]
Geschikt voor 2.1-geluidssystemen (de versterkers van de MAESTRO worden met
Linkwitz-hoogdoorlaatfilter van de 2e orde gevoed, geen vermogensbegrenzer).
•
[Overgangsfrequentie]
Sel
Zie ook hoofdstuk 3.5.
•
[Ruimtecorrectie-EQ]
Met deze functie kan de ruimtecorrectie worden in- of uitgeschakeld. Meer informatie
hierover vindt u in hoofdstuk 22.
© sonoro audio GmbH
1
NL
395