Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Husqvarna AUTOMOWER 260 ACX Gebruiksaanwijzing pagina 24

Verberg thumbnails Zie ook voor AUTOMOWER 260 ACX:
Inhoudsopgave

Advertenties

Bijgebieden
Indien het werkgebied uit twee stukken bestaat die
met een passage zijn verbonden, waarbij de afstand
tussen de begrenzingslussen kleiner dan 80 cm
wordt, raden we aan een bijgebied te creëren. Leg de
begrenzingskabel dan rond het bijgebied zodat dit
een eiland vormt buiten het hoofdgebied.
Automower
®
moet handmatig worden verplaatst
tussen hoofd- en bijgebied. Gebruik bedrijfsstand
MAN wanneer Automower
maaien.
In plaats van een eiland te creëren met de bestaande
begrenzingslus kan ook heel goed een generator
voor een bijgebied worden gebruikt. Generatoren
voor bijgebieden zijn te koop als accessoire. Neem
contact op met uw dealer voor meer informatie.
Passages tijdens maaien
Lange en smalle passages en gebieden, smaller dan
1,5 - 2 meter, moeten worden vermeden. Wanneer
Automower
®
maait bestaat het risico dat hij te lang in
de passage of het gebied rondrijdt. Het gras kan er
dan platgereden uitzien.
Passages bij zoeken naar het laadstation
De afstand tussen de begrenzingskabels in een
passage moet ten minste 3 meter zijn, wil
Automower
de begrenzingslus door de passage
®
kunnen volgen zonder dat u de basisinstelling van de
maaier hoeft te wijzigen. Als de afstand kleiner dan
3 meter is, zijn er twee alternatieven om Automower
door de passage te laten rijden.
1.
Een begeleidingskabel installeren.
Als de afstand tussen de begrenzingskabels in
een smalle doorgang kleiner is dan 3 meter,
raden we aan een begeleidingskabel door de
passage te installeren. Voor meer informatie
over begeleidingskabel, zie 3.8 Installatie van
begeleidingskabel op bladzijde 32.
Meestal is installatie van een begeleidingskabel
de beste oplossing voor smalle doorgangen.
De smalste doorgang waar Automower
behulp van een begeleidingskabel, doorheen kan
rijden is 80 cm tussen de begrenzingskabels.
2.
Wijzig de instelling voor Max. afst. tot draad
(3-2-3).
Indien de afstand tussen de begrenzingskabel in
een smalle doorgang meer dan 2 meter is, is het
mogelijk voor Automower
te rijden, als een lage waarde wordt aangegeven
voor de functie Max afstand tot draad (3-2-3) (zie
bladzijde 51). Een lage waarde betekent echter
een groot risico van spoorvorming langs de hele
begrenzingslus.
3. INSTALLATIE
een bijgebied moet
®
®
, met
om door de doorgang
®
Bijgebied
Hoofbijgebied
Bijgebied
®
Ten minste 3 m
Hoofbijgebied
Nederlands - 25

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave