Bediening
Garagedeur openen, sluiten of stoppen
Letselgevaar
De garagedeur alleen openen of sluiten als er zich geen personen of voorwerpen in het
zwenkbereik bevinden.
Bij stroomstoring of andere storing aan de aandrijving, de garagedeur uitsluitend met de
binnen- of buiten-noodontgrendeling openen. Wanneer de garagedeur via de
noodontgrendeling slechts met veel kracht geopend kan worden moet u beslist een vakman
raadplegen.
De handzender in de auto zo plaatsen dat deze bijv. tijdens remmen geen schade kan
veroorzaken.
Let op!
Handzenders niet in de buurt van hoge temperaturen bewaren (bijv. directe zoninstraling in
de auto).
•
Handzender op de garagedeur richten en de toets 1-2 seconden indrukken, of
•
toets indrukken (bijv. sleuteltoets).
De verlichting van de aandrijving licht na het openen of sluiten 60 seconden lang op.
Volgorde van de bediening bij meerdere keren gebruiken:
openen – stoppen – sluiten – stoppen – openen – stoppen – sluiten – stoppen enz.
Binnen-noodontgrendeling
Bij een noodgeval of stroomstoring kan de garagedeur losgekoppeld worden van de
aandrijving en van binnenuit (handmatig) geopend worden.
Letselgevaar
Een geopende garagedeur kan tijdens ontgrendelen omlaag vallen, omdat de veren zwak of
gebroken zijn of de deur niet voldoende uitgebalanceerd is.
•
Garagedeuraandrijving ontgrendelen, hiervoor aan het touw
trekken (a). De hendel klikt in, en de garagedeur kan handmatig
geopend worden.
•
Garagedeuraandrijving voor het koppelen voorbereiden, hiervoor
de kunststofhendel naar onderen drukken (b). Aansluitend de
garagedeur handmatig in de uitgangspositie brengen (koppelen
– klik, klik).
21