RCD-2
LED-weergave
Wanneer de LED op de RCD-2 oplicht, is de detector gereed. Bij het
wisselen naar de programmeermode knippert de LED gelijkmatig.
9. De RCD-2 programmeren
Door het programmeren van de configuratie variabelen legt u
gescheiden voor de beide detectoren van de RCD-2 vast,
welke adressen de beide detectoren hebben;
welke locadressen in het blok een schakelopdracht uitvoeren en
welke van de 8 achtgangen bij een bepaald locadres worden
geschakeld.
Daartoe voert u voor de RCD-2 een hoofdspoor programmering (POM)
uit, overeenkomstig de programmering van locdecoders. Met centrales
die
het
hoofdspoorprogrammeren
programmeren van de RCD-2 niet mogelijk.
Kiers op de centrale een willekeurig DCC locadres, waarvoor u de
programmering wilt uitvoeren. Let erop, dat u geen adres kiest van een
loc die op de modelspoorweg staat.
Steek voor het wisselen naar de programmeermode de bijgeleverde
kortsluitstekker (jumper) op de twee polige stiflijst naast de LED. De
LED , die tot op dat moment oplichtte, begint nu gelijkmatig te
knipperen.
In de navolgende tabel zijn alle configuratie variabelen genoteerd, die u
kunt instellen. De default waarden zijn de waarden, die bij de fabricage
zijn ingesteld en die na een reset weer worden hersteld.
Let er a.u.b. op, dat bij een paar centrales de configuratie variabelen
CV#1 en CV#17 niet via POM geprogrammeerd kunnen worden.
Gebruik bij deze centrales de in de lijst aangegeven alternatieve CV's.
niet
ondersteunen
Nederlands
is
het
Pagina 29