Inhoudsopgave
Advertenties
5.2 Bediening
Maak het apparaat uit hygiënische overwegingen voor de ingebruikname van
binnen en buiten zorgvuldig schoon met een vochtig doekje en droog het daarna af.
Eigenschappen van het apparaat
De koelkast is bestemd voor het koelen en warmhouden van voedingsmiddelen.
U stelt de gewenste temperatuur in met behulp van de knoppen op het
bedieningspaneel.
Koelen
Warmhouden
Het apparaat geschikt voor mobiel gebruik en kan met behulp van de handgreep
verplaatst worden.
Instellingen
1. Druk op de AAN/UIT-schakelaar op het bedienings-
paneel. Het apparaat begint te werken en op het display
verschijnt nu de actuele binnentemperatuur.
TIP!
Het apparaat is uitgerust met een microcomputer-controller en een geheugenfunctie.
Wanneer u het apparaat uitschakelt of de stekker uit het stopcontact trekt en het
apparaat daarna weer inschakelt, dan zal het apparaat koelen of opwarmen tot de laatst
ingestelde temperatuur, totdat u de instellingen verandert.
2. Stel de temperatuur in binnen het bereik van 4 °C - 60 °C door op de
knoppen
U bereikt het beste koelresultaat als u de koelkast vult met
voedingsmiddelen en dranken die al voorgekoeld zijn. Zij blijven
dan koud zolang het apparaat ingeschakeld blijft.
De koelkast is ontworpen voor het warm houden van warme
gerechten en opwarmen van koude gerechten.
˄
˅
of
te drukken, totdat de gewenste waarde verschijnt.
- 121 -
Advertenties
Inhoudsopgave
