Download Print deze pagina

Orno OF-CR-250 Handleiding pagina 4

Advertenties

Machine Translated by Google
Alle onderhoudswerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd nadat de hoofdvoeding is uitgeschakeld.
Reinig alleen met zachte en droge doeken.
Gebruik geen chemische reinigingsmiddelen.
Bedek het product niet.
Zorg voor gratis toegang tot de lucht.
VAN
De sensor wordt gebruikt om verlichting of andere elektrische apparatuur automatisch aan te sturen wanneer er beweging wordt gedetecteerd.
Het ontvangende apparaat (verlichting) wordt ingeschakeld met de passief infrarood bewegingssensor PIR. De sensor maakt het mogelijk om verlichting aan te zetten als gevolg van de beweging van een object dat warmte afgeeft in het
detectiegebied van de sensor. De verlichting blijft ingeschakeld totdat de sensor beweging detecteert in het detectiegebied. Als er binnen de ingestelde tijd geen beweging wordt gedetecteerd, wordt de verlichting of andere aangesloten
elektrische apparaten automatisch uitgeschakeld. De sensor is gehuisvest in een kogelgewricht, zodat hij op het gewenste bewegingsdetectiegebied kan worden gericht.
Bij het kiezen van de montageplaats moet rekening worden gehouden met de volgende criteria: -
de sensor moet op een geschikte plaats worden gemonteerd op een hoogte van 2,2-4 m, - het wordt niet
aanbevolen om het apparaat in de buurt van radiatoren, ventilatoren of andere objecten te plaatsen te installeren waar plotselinge temperatuurschommelingen kunnen optreden, - installatie op plaatsen waar
zonlicht rechtstreeks op de bewegingsdetector kan vallen wordt niet aanbevolen, - het wordt niet aanbevolen om het apparaat te installeren in de buurt van voorwerpen die in de wind bewegen: gordijnen,
hoge planten, enz. - zorg ervoor dat de voedingskabels voldoende stroombeveiligd zijn in de vorm van geschikte zekeringen of andere voorzieningen om de voeding af te sluiten bij overbelasting, - is het
temperatuurverschil tussen het bewegende object en de omgeving laag is (bijv. in de zomer), kan de sensor later reageren en zijn detectiebereik de verminderde bewegingsdetectie, - de sensor mag niet worden geïnstalleerd in de buurt van
sterke bronnen van elektromagnetische interferentie, - vervuiling van de optische elementen van de sensor leidt tot een vermindering van het detectiebereik en de gevoeligheid van de sensor.
1. Sluit de stroom af met een zekering of centrale stroomschakelaar. 2. Controleer de spanningsvrije
toestand van de voedingskabels met een geschikt apparaat.
3. Verwijder de bovenklep door deze linksom te draaien.
4. Sluit de voeding en alle elektrische bedrading aan volgens het bedradingsschema.
5. Bevestig de basis met schroeven aan het plafond.
6. Bevestig de bovenste sensorkap.
7. Schakel de stroom in en test de sensor.
LUX - Instelling lichtintensiteit Deze instelling
bepaalt de lichtintensiteit waarbij het systeem in stand-by modus geen beweging meer waarneemt. Dit voorkomt ongewenst inschakelen van de verlichting overdag. De verlichtingstijd wordt ingesteld met de "LUX"-knop, die tot de aanslag
met de klok mee moet worden gedraaid en moet wachten tot de schemering. Wanneer het begint te dimmen, past u de tijd van de gloed aan door aan de "LUX"-knop te draaien totdat het licht aangaat.
TIME - regeling van de tijd van de verlichting Met
de draaiknop kunt u de tijd instellen dat het apparaat werkt na activering van de sensor. De verlichtingstijd wordt geteld vanaf het moment dat er beweging wordt gedetecteerd tot het moment dat deze uitgaat.
1. Draai de TIME-knop minimaal (10s) tegen de klok in en de LUX-knop maximaal met de klok mee.
2. Schakel de stroom in. De sensor en de daarop aangesloten verlichting zullen in eerste instantie geen signaal vinden.
3. Na ca. 30 seconden kan de sensor beginnen te werken.
4. Wanneer de sensor een signaal detecteert, gaat de achtergrondverlichting aan. Wanneer het signaal stopt, moet de ontvanger binnen 10s ± 3s stoppen met werken en zal de verlichting schakelen
van.
5. Draai de LUX-knop linksom naar minimum (3). Wanneer de intensiteit van het omgevingslicht groter is dan 3 LUX, stopt de sensor met werken en gaat de verlichting aan
stopte ook.
6. Wanneer de intensiteit van het omgevingslicht minder is dan 3 LUX (duisternis), begint de sensor te werken.
7. Als er geen signaal is, moet de sensor binnen 10 s ± 3 s stoppen met werken.
Let op: Draai bij het testen van het apparaat bij daglicht de LUX-knop naar de stand (SUN ), anders werkt de sensor niet goed!
1. Opladen werkt niet : Controleer
de aansluiting van de voeding en het ontvangende apparaat. B. Controleer het ontvangende
apparaat. C. Controleer de instellingen van de sensor en de instellingen van het lichtniveau
van de omgeving.
2. Lage gevoeligheid : Zorg
ervoor dat er zich geen apparaten voor de sensor bevinden die de ontvangen signalen kunnen storen. B. Controleer de omgevingstemperatuur.
C. Controleer of het gedetecteerde object zich in het detectiegebied bevindt. d.w.z. Controleer de montagehoogte.
3. De sensor kan de belasting niet automatisch uitschakelen : Er zijn altijd
bewegingssignalen in het detectiegebied. B. Controleer of de tijdvertraging niet
op de hoogste waarde is ingesteld. C. Controleer of de voeding volgens de instructies is.
Onderhoud moet worden uitgevoerd terwijl de stroom is uitgeschakeld.
Reinig alleen met fijne en droge stoffen.
Gebruik geen chemische reinigingsmiddelen.
Dek het apparaat niet af.
Zorgen voor vrije toegang tot lucht.
VEILIGHEID EN ONDERHOUD
BESCHRIJVING EN TOEPASSING
ALGEMENE INFORMATIE
MONTAGE
TEST
ENKELE PROBLEMEN EN HUN OPLOSSINGEN
VEILIGHEID EN ONDERHOUD
4
Gebruiksaanwijzing en montagehandleiding

Advertenties

loading