Bediening
Bedieningselementen
0
1
9
Nr.
Aanduiding
8
Toetsen Ventilatorsnelheid
1
2
9
Toets 0
Apparaat inschakelen
Nadat het apparaat klaar voor gebruik is opgesteld zoals
beschreven in het hoofdstuk Montage en in gebruik nemen, kan
het worden ingeschakeld.
1. Druk op een van de toetsen Ventilatorsnelheid (8).
ð Het apparaat start met de gekozen ventilatorsnelheid.
Ventilatorsnelheid omschakelen
Ook tijdens gebruik van het apparaat kan worden omgeschakeld
tussen de verschillende ventilatorsnelheden.
1. Druk op een van de toetsen Ventilatorsnelheid (8).
ð Het apparaat schakelt om naar de gekozen
ventilatorsnelheid.
Oscillatie instellen
Met de oscillatiefunctie bereikt u een gelijkmatige ventilatie.
ü Het apparaat is ingeschakeld en in bedrijf.
1. Druk de oscillatiepen (2) omlaag tot deze vergrendelt.
ð De oscillatie is ingeschakeld.
ð De ventilatorkop draait maximaal 90°.
2. Trek de oscillatiepen (2) omhoog om de oscillatie weer uit
te schakelen.
ð De oscillatie is uitgeschakeld.
ð Het apparaat stopt de oscillatie op het gewenste punt en
draait door met de gekozen ventilatorsnelheid.
Buiten gebruik stellen
Waarschuwing voor elektrische spanning
Raak de netstekker niet aan met vochtige of natte
handen.
• Schakel het apparaat uit.
• De netstekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken
door de stekker vast te pakken.
• Reinig het apparaat volgens het hoofdstuk onderhoud.
• Het apparaat opslaan volgens het hoofdstuk transport en
opslag.
6
2
8
Betekenis
Ventilatorsnelheid instellen:
Niveau 1 = laag
Niveau 2 = hoog
Apparaat uitschakelen
Defecten en storingen
Het apparaat is tijdens de productie meerdere keren op een
goede werking getest. Mochten er desondanks storingen
ontstaan, controleer het apparaat dan op basis van de volgende
lijst.
Het apparaat start niet:
• Controleer de netaansluiting.
• Controleer het netsnoer en de netstekker op
beschadigingen.
• Controleer de afzekering van de gebouwinstallatie.
De ventilator gaat niet draaien:
• Controleer of het apparaat is ingeschakeld.
• Controleer de stroomvoorziening en controleer of de
stekker of de kabel defect is.
Het apparaat maakt herrie, resp. trilt:
• Controleer of het apparaat rechtop en stabiel staat.
• Controleer of het apparaat correct is geassembleerd.
Let op
Wacht na alle onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden minimaal 3 minuten. Schakel
het apparaat daarna weer in.
Werkt het apparaat na deze controles nog niet
probleemloos:
Neem contact op met de klantendienst. Het apparaat indien
nodig voor reparatie naar een geautoriseerd elektrotechnisch
vakbedrijf of naar Trotec brengen.
tafelventilator TVE 8 / TVE 9
NL