Pagina 20 van 30
MAGNUM Remote Zone Control Uitgebreide gebruikershandleiding
5.3 Configuratie van het Remote-Zone-Control systeem en afzonderlijke
apparaten binnen het systeem
5.3.1 Master/Slave MW-C indicator
Zodra een MW-C-apparaat is ingeschakeld, kan de stroomindicator-LED twee
verschillende statussen hebben om aan te geven of de MW-C is geconfigureerd.
Groen: MW-C is geconfigureerd als een master of slave
Oranje: MW-C is niet is geconfigureerd
Rood: Er is geen antenne aangesloten op de MW-C
5.3.2 Configureren van een Master MW-C
Een van de MW-C-eenheden moet als master worden gedefinieerd. Dit is de
eenheid waar optionele pomp, ketel, tegenslag, warmte/koeling, netwerk en BMS-
signalen worden aangesloten. Zelfs als er slechts één MW-C in de installatie
aanwezig is, moet deze als master worden ingesteld.
Setup procedure:
Stap 1:
Kies het type actuator door de NC/NO-schakelaar in de NO stand te zetten
(MAGNUM actuatoren zijn NC).
Stap 2:
Houd de knoppen A en B drie seconden lang ingedrukt tot de LEDs A én 1 -
8 groen worden.
Stap 3:
Bevestig dit door eenmaal op knop A te drukken.
Alle LED's gaan uit als de installatieprocedure correct werd geregistreerd.
Het apparaat is nu geconfigureerd met de Master.
Als dit niet het geval is, schakelt u het apparaat uit en herhaalt u stap 2 en
3.
Deze procedure kan slechts één keer worden uitgevoerd op een nieuwe /
fabrieksreset-eenheid (fabrieksreset beschreven in hoofdstuk 6.2). Elke MW-C kan
worden gereset naar fabrieksinstellingen door de knoppen B en 8 gedurende drie
seconden ingedrukt te houden.
5.3.3 Configureren van een Slave MW-C
Na de Master MW-C installatie moet(en) de optionele slave(s) geconfigureerd
worden. Volg deze installatieprocedure voor elke te installeren Slave MW-C!
Setup procedure:
Stap 1:
Zet de Master MW-C in de koppelmodus door de knop A drie seconden lang
ingedrukt te houden totdat de LED A een paar keer groen knippert en
vervolgens continu groen blijft.
De Master MW-C staat nu in koppelmodus.