Algemene Instructies
Veiligheidsinstructies
Gelieve met de volgende instructies
rekening te houden om de kans op
lichamelijke letsels, materiële schade
en milieuverontreiniging te vermijden.
De volgende ingrepen zijn niet
toegelaten:
Openen van het apparaat, ingrepen
of veranderingen.
•
Schakel bij iedere ingreep in de
buurt van de aansluiting de
stroomvoorziening volledig uit.
•
Neem de gepaste maatregelen
zodat niemand in aanraking kan
komen met de elektrische
aansluitingen.
•
Controleer de bedrading en de
werking van alle veiligheids-
functies.
•
Na een val of een slag mag dit
apparaat niet meer in gebruik
worden genomen. Het is immers
niet uitgesloten dat bepaalde
veiligheidsfuncties beschadigd
zijn – zelfs wanneer daar uiterlijk
niets van te zien is.
Instructies in verband met de
montage
Respecteer de nationale veiligheids-
voorschriften die in ieder land van
kracht zijn.
Instructies in verband met de
installatie
•
Het apparaat moet door
gekwalificeerde vaklui worden
geïnstalleerd.
•
Bij de bedrading moeten het
AC 230 V-circuit en het
beschermende kleinspannings-
circuit strikt gescheiden worden,
zodat er geen gevaar bestaat op
elektrocutie of interferenties.
•
De DIN EN 60 335- en DIN EN 60
730-2-5-normen moeten worden
gerespecteerd.
Instructies in verband met de
indienststelling
Het apparaat moet door
gekwalificeerde vakmensen in dienst
worden gesteld en onderhouden.
Instructies in verband met het
correcte gebruik van het product
•
De apparaten mogen uitsluitend in
constructietechnische installaties
en voor de in deze handleiding
beschreven toepassingen worden
gebruikt.
•
Voor het correcte gebruik van de
apparaten moeten alle eisen
worden gerespecteerd die in de
documentatie beschreven staan.
•
Er moet met de plaatselijke
installatievoorschriften rekening
worden gehouden.
Instructies in verband met de
normen en standaarden
CE-conformiteit volgens de richtlijnen
van de Europese Unie:
Elektromagnetische compatibiliteit
EMV
Laagspanningsrichtlijn
Instructies in verband met de
service
Controleer bij iedere vervanging van
een apparaat de bedrading en de
veiligheidsfuncties.
Instructies in verband met de
milieuvriendelijkheid
De bedieningseenheden bevatten
elektrische en elektronische
componenten en mogen daarom niet
bij het huishoudelijk afval worden
gezet. In dit verband moet men zeker
rekening houden met de plaatselijke
en op dat moment geldende wetgeving
rekening houden.
Instructies in verband met de opslag
van afvalstoffen
89/336 EWG
73/23 EWG
3