2
De bediensleutels moeten via geschikte maatregelen (gebruik van eenwegschroeven, lijmen, uitboren van de
schroefkoppen, borgen met pennen) onlosmakelijk aan de beschermvoorziening bevestigd worden en tegen verschuiven
beveiligd worden.
Als de schakelaar via nieten of lassen bevestigd wordt, moet men er op letten dat de insteekdiepte van de
bediensleutel niet wijzigt. Verschillende modellen van bediensleutels zijn verkrijgbaar. Voor verschuifbare en
afneembare beschermvoorzieningen is dit bij voorbeeld de bediensleutel B1 en B5. Voor draaibare
beschermvoorzieningen de bediensleutel B6R en B6L.
Bedieningssleutel B6L / B6R
Bij de montage aan de draaibare beschermvoorziening moet men er op letten dat het draaipunt zich ter hoogte van
het oppervlak van de veiligheidsschakelaar bevindt, waar de bedienbeugel ingestoken wordt (zie tabel)
Bedieningsradii [mm]
B6L
B6R
Het draaipunt van het scharnier en de bovenkant van de veiligheidsschakelaar plus d mm moeten een vlak vormen.
De basisinstelling is op de kleinste radius R
Bij levering zijn de bediensleutels B6L of B6R op de kleinste radius ingesteld. Grotere radii kunnen ingesteld worden
door het verdraaien van de instelschroeven a + b met een inbussleutel 2,0 mm.
via de smalle kant van de bediensleutel
R
min
50
50
ingesteld.
min
via de brede kant van de bediensleutel
d
R
11
11
8-12
min
50
11
50
11
d