Systeem- en installatiewachtwoord
Tabel 42. Systeem- en installatiewachtwoord
Type wachtwoord
Systeemwachtwoord
Installatiewachtwoord
U kunt ter beveiliging van uw computer een wachtwoord voor het systeem en de installatie aanmaken.
WAARSCHUWING:
De wachtwoordfunctie zorgt voor een basisbeveiliging van de data in uw computer.
WAARSCHUWING:
Iedereen heeft toegang tot de data op uw computer als deze onbeheerd en niet vergrendeld wordt
achtergelaten.
OPMERKING:
De functie voor het systeem- en installatiewachtwoord is uitgeschakeld.
Een systeeminstallatiewachtwoord toewijzen
U kunt alleen een nieuw systeem- of beheerderswachtwoord instellen wanneer de status op Not Set staat.
Druk na het aanzetten of opnieuw opstarten van de computer onmiddellijk op F2 om naar de systeeminstallatie te gaan.
1. Selecteer in het scherm Systeem-BIOS of Systeeminstallatie de optie Beveiliging en druk op Enter.
Het scherm Security (Beveiliging) wordt geopend.
2. Selecteer Systeem-/beheerderswachtwoord en maak een wachtwoord aan in het veld Voer het nieuwe wachtwoord in.
Hanteer de volgende richtlijnen om het systeemwachtwoord toe te kennen:
● Een wachtwoord mag bestaan uit maximaal 32 tekens.
● Het wachtwoord mag de nummers 0 t/m 9 bevatten.
● Er mogen alleen kleine letters worden gebruikt.
● Alleen de volgende speciale tekens zijn toegestaan: spatie, ("), (+), (,), (-), (.), (/), (;), ([), (\), (]), (`).
3. Typ het wachtwoord dat u eerder hebt ingevoerd in het veld Bevestig nieuw wachtwoord en klik op OK.
4. Druk op Esc waarna een melding verschijnt om de wijzigingen op te slaan.
5. Druk op J om de wijzigingen op te slaan.
Hierna wordt de computer opnieuw opgestart.
Een bestaand systeeminstallatiewachtwoord verwijderen of wijzigen
Zorg ervoor dat Wachtwoordstatus in de systeeminstallatie is ontgrendeld voordat u het bestaande wachtwoord voor het systeem en
de installatie verwijdert of wijzigt. U kunt geen van beide wachtwoorden verwijderen of wijzigen als Wachtwoordstatus vergrendeld is.
Druk na het aanzetten of opnieuw opstarten van de computer onmiddellijk op F2 om naar de systeeminstallatie te gaan.
1. Selecteer Systeembeveiliging in het scherm Systeem-BIOS of Systeeminstallatie en druk op Enter.
Het scherm Systeembeveiliging wordt geopend.
2. Controleer in het scherm Systeembeveiliging of Wachtwoordstatus op Ontgrendeld staat.
3. Selecteer Systeemwachtwoord, wijzig of verwijder het bestaande systeemwachtwoord en druk op Enter of Tab.
4. Selecteer Installatiewachtwoord, wijzig of verwijder het bestaande installatiewachtwoord en druk op Enter of Tab.
OPMERKING:
Als u het systeem- en/of installatiewachtwoord wijzigt, voert u het nieuwe wachtwoord opnieuw in wanneer dit
wordt gevraagd. Als u het systeem- en/of installatiewachtwoord verwijdert, moet u de verwijdering bevestigen wanneer u hierom
wordt gevraagd.
5. Druk op Esc waarna een melding verschijnt om de wijzigingen op te slaan.
Omschrijving
Wachtwoord dat moet worden ingevuld om aan uw systeem in te
loggen.
Wachtwoord dat moet worden ingevoerd voor toegang en het
aanbrengen van wijzigingen aan de BIOS-instellingen van uw
computer.
Systeeminstallatie
41