Afdrukken
>
Documenten afdrukken
1. Laad papier in de printer.
"Papier in de Papiercassette laden" op pagina 27
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Selecteer Afdrukken of Afdrukinstelling in het menu Bestand.
4. Selecteer uw printer.
5. Selecteer Voorkeuren of Eigenschappen om het venster van het printerstuurprogramma te openen.
6. Stel alle items (zoals documentformaat en Papiertype) in Hoofdgroep of Meer opties in.
7. Klik op Voorinstellingen toevoegen/verwijderen in Voorkeursinstellingen.
8. Voer een Naam in en voer eventueel een opmerking in.
9. Klik op Opslaan.
Opmerking:
Als u een toegevoegde voorinstelling wilt verwijderen, klikt u op Voorinstellingen toevoegen/verwijderen, waarna u de
naam selecteert van de desbetreffende voorinstelling en deze verwijdert.
"Het tabblad Hoofdgroep" op pagina 37
"Het tabblad Meer opties" op pagina 39
10. Klik op Druk af.
De volgende keer dat u met dezelfde instelling wilt afdrukken, selecteert u de naam van de geregistreerde instelling
in Voorkeursinstellingen en klikt u op OK.
Gerelateerde informatie
"Afdrukken met eenvoudige instellingen" op pagina 36
&
Afdrukken met een kop- en voettekst
U kunt de gebruikersnaam en afdrukdatum afdrukken in een kop- of voettekst.
1. Laad papier in de printer.
"Papier in de Papiercassette laden" op pagina 27
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
3. Selecteer Afdrukken of Afdrukinstelling in het menu Bestand.
>
Afdrukken vanaf een computer — Windows
55