Systeemwachtwoord
U kunt een wachtwoord instellen in dynabook Setup Utility om de toegang
tot de computer te beperken. Volg de aanwijzingen op het scherm om
wachtwoorden in te stellen.
Er zijn twee niveaus van wachtwoordbeveiliging beschikbaar: Gebruiker en
Supervisor.
Raadpleeg
De computer starten met een wachtwoord
U kunt als volgt handmatig een wachtwoord invoeren:
1.
Op dit punt werken de functietoetsen niet. U kunt ze pas weer gebruiken
nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd.
Het wachtwoord is vereist als 'Wachtwoord bij opstarten' is ingeschakeld in
dynabook Setup Utility.
2.
3.
Als u het wachtwoord driemaal achter elkaar onjuist invoert of als u niet
binnen één minuut een wachtwoord invoert, wordt de computer afgesloten.
In dit geval werken functies die de computer automatisch inschakelen
(zoals Activering op LAN, Taakplanner en dergelijke) mogelijk niet. U moet
de computer opnieuw inschakelen en het wachtwoord opnieuw proberen in
te voeren.
Gebruikershandleiding
dynabook Setup Utility
Wachtwoorden die zijn ingesteld in dynabook Setup Utility, verschillen
van het Windows-wachtwoord.
Een supervisorwachtwoord is nodig voordat u een
gebruikerswachtwoord kunt instellen. Als u een supervisorwachtwoord
instelt, zijn bepaalde functies mogelijk beperkt wanneer een gebruiker
zich aanmeldt met het gebruikerswachtwoord.
Wanneer u de tekenreeks invoert om het wachtwoord te registreren,
dient u elk teken via het toetsenbord te typen. Voer het wachtwoord
niet in als ASCII-code of door middel van kopiëren en plakken.
Controleer bovendien of het geregistreerde wachtwoord correct is
door de tekenreeks naar het wachtwoordbestand uit te voeren.
Schakel de computer in volgens de instructies in het gedeelte
slag.
Voer het wachtwoord in in het dialoogvenster dat wordt weergegeven.
Druk op ENTER.
om dit te openen.
Aan de
5-4