Gebruikershandleiding
5. O p de voorkorf (2F) zitten
klemmen. Leg de bovenste
klem zorgvuldig om de
achterste
ventilatorkorf,
zodat u de korfdelen met de
schroef en het moertje (2G)
aan elkaar kunt bevestigen.
Draai de schroef met een
kruiskopschroevendraaier
aan.
6. Sluit de overige klemmen.
WerkinG - Ventileren
1. P laats de ventilator op een vlakke ondergrond, bijvoorbeeld een
tafelblad.
2. S tel de gewenste richting van de luchtstroom in (zie figuur 3). U
kunt de ventilator:
a. r echt vooruit (situatie a) of iets naar beneden richten (situatie
b). Draai de ventilatorkorf en het motorhuis verticaal in de
gewenste stand.
b. v an links naar rechts laten bewegen (in een hoek van 90°).
U ventileert een groot gedeelte van de ruimte. Druk de
draaivergrendeling op het motorhuis volledig in.
c. s til laten staan tijdens het ventileren. U ventileert op één
plek.
Trek de draaivergrendeling uit, totdat u 'klik' hoort.
3. Stop de stekker in het stopcontact.
4. S tel de ventilator in werking door een van de drie snelheidsknoppen
in te drukken.
a. Stand '1', de ventilator draait langzaam.
b. Stand '2', de ventilator draait snel.
5. Stop de ventilator door op de stopknop (stand '0') in te drukken.
reiniGinG en onDerhouD
Na verloop van tijd kan er stof blijven zitten tussen de spaken van de ventilatorkorf en op de ventilatorvinnen.
Probeer eerst met een handveger en/ of stofzuiger het stof te verwijderen.
Lukt dit niet, dan kunt u de ventilator uit elkaar halen en reinigen.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. S chroef de strip om de ventilatorkorf los met een kleine kruiskopschroevendraaier.
3. V erwijder de strip en de voorkant van de korf.
4. H oud de ventilatorvinnen vast en draai de witte knop rechtsom, in de richting van de pijl met 'LOOSEN'
erop los. Pak de ventilatorvinnen van het motorhuis af.
5. V erwijder de achterkant van de ventilatorkorf door de witte bevestigingsring in het midden van de korf
tegen de klok in los te draaien en de korf van het motorhuis af te pakken.
6. R einig de verwijderde onderdelen en de standaard met een vochtige doek. Droog goed na met een
droge doek.
7. R einig het motorhuis met een droge doek.
• Zorg ervoor dat het apparaat niet is aangesloten op de netspanning als u het gaat schoonmaken.
•
G ebruik geen agressieve of schurende schoonmaakmiddelen of scherpe voorwerpen (zoals messen
of harde borstels) bij het reinigen.
Om de ventilator weer in elkaar te zetten, plaatst u de losse onderdelen terug op de ventilator, zoals
beschreven onder 'Ventilator monteren'.
F
D
E
G
5
B
C
A
a
b