3
Algemene instellingen
Papierinstellingen
Papiersoort
Stel de machine in op het papier dat u
gebruikt. Hierdoor verkrijgt u de beste
afdrukkwaliteit.
a
Druk op Menu, 1, 1, 1.
b
Druk op a of b om Dun, Normaal, Dik,
Extra dik of Gerecycl.papier te
kiezen.
Druk op OK.
c
Druk op Stop/Eindigen.
Papierformaat
U kunt tien formaten papier gebruiken om
kopieën af te drukken: A4, Letter, Legal,
Executive, A5, A5 L, A6, B5, B6 en Folio.
Als u een ander papierformaat in de lade
plaatst, dient u ook de instelling van het
papierformaat te wijzigen zodat de machine
het document passend op de pagina kan
plaatsen.
a
Druk op Menu, 1, 1, 2.
b
Druk op a of b om A4, Letter, Legal,
Executive, A5, A5 L, A6, B5, B6 of
Folio te kiezen.
Druk op OK.
c
Druk op Stop/Eindigen.
Volume-instellingen
3
Volume waarschuwingstoon
3
Als de waarschuwingstoon ingeschakeld is,
piept de machine als u op een toets drukt of
een vergissing maakt. U kunt kiezen uit een
aantal volumeniveaus, van Hoog tot Uit.
a
Druk op Menu, 1, 2.
b
Druk op a of b om Uit, Laag, Half of
Hoog te kiezen.
Druk op OK.
c
Druk op Stop/Eindigen.
3
3
3
3
3
23