Onderhoud, verzorging en afvalverwerking
Onderhoudswerkzaamheden, intervallen
6.2
Onderhoudswerkzaamheden, intervallen
6.2.1
Dagelijkse onderhoudswerkzaamheden
•
De draadrichting vanuit de richting van de eurocentrale aansluiting met olie- en condensvrije perslucht
of beschermgas uitblazen.
•
Koelmiddelaansluitingen op dichtheid controleren.
•
Koelvoorziening van de lastoortsen en evt. stroombronkoeling op juiste werking controleren.
•
Koelvloeistofpeil controleren.
•
O-ring op de gasnippel van de eurocentrale aansluiting op beschadiging en het aanwezig zijn contro-
leren. Defecte O-ring vervangen.
•
Toorts, slangpakket en stroomaansluitingen op uitwendige beschadigingen controleren en evt. vervan-
gen c.q. door vakpersoneel laten repareren!
•
Controleer de slijtagedelen in de toorts.
6.2.2
Maandelijkse onderhoudswerkzaamheden
•
Controleren van de koelmiddelcontainer op afzettingen van residu c.q. van het koelmiddel op troebel-
heid.
Indien verontreiniging wordt geconstateerd: koelmiddelcontainer reinigen en koelmiddel vervangen.
•
Bij verontreinigd koelmiddel ook de lastoorts een aantal keren afwisselend via de koelmiddeltoevoer-
en retourleiding doorspoelen met schoon koelmiddel.
•
Alle aansluitingen en de slijtagedelen op handvaste zit controleren en evt. vastdraaien.
•
Controleren en reinigen van de lastoorts. Door afzettingen in de toorts kunnen kortsluitingen optreden,
die het lasresultaat negatief kunnen beïnvloeden en als gevolg de toorts kunnen beschadigen!
•
Controleer de draadgeleiding.
•
Schroef- en stekkerverbindingen van aansluitingen en slijtagedelen op de correcte zit controleren en
eventueel vastdraaien.
38
Afbeelding 6-1
099-700003-EW505
14.09.2020