Derde uitgave • Tweede druk
Rijsnelheid verlagen
De bedieningselementen voor het rijden
functioneren in twee verschillende rijsnelheidsmodi.
Wanneer het lampje van de rijsnelheidknop brandt,
is de langzame rijsnelheidsmodus actief. Wanneer
het lampje van de rijsnelheidknop uit is, is de snelle
rijsnelheidsmodus actief.
Druk de rijsnelheidknop in om de
gewenste rijsnelheid te kiezen.
Rijden op een helling
Bepaal de voor de machine toelaatbare waarden
voor hellingen en dwarshellingen en bepaald de
hellingshoek.
Maximaal toelaatbare
hellingshoek, transportstand:
30% (17°)
Maximaal toelaatbare
dwarshellingshoek, transportstand:
30% (17°)
Opmerking: De toelaatbare hellingshoek is
afhankelijk van de bodemconditie en van voldoende
tractie.
Druk de rijsnelheidknop in naar de snelle
rijsnelheidsmodus.
Onderdeelnr. 97779DU
Voor het bepalen van de hellingshoek:
Meet de helling met een digitale hellingsmeter OF
hanteer de volgende procedure.
U hebt nodig:
waterpas
recht stuk hout van minstens 1 m
meetlint
Leg het stuk hout op de helling.
Leg de waterpas aan de voet van de helling op de
bovenrand van het stuk hout en hef het uiteinde op
tot het stuk hout horizontaal komt.
Meet de afstand tussen de onderzijde van het stuk
hout en de grond terwijl u het stuk hout horizontaal
houdt.
Deel de met het meetlint gemeten afstand (verval)
door de lengte van het stuk hout (pad) en
vermenigvuldig de uitkomst met 100.
Bijvoorbeeld:
verval
Pad = 3,6 m
Verval = 0,3 m
0,3 m ÷ 3,6 m = 0,083 x 100 = 8,3%
Als de helling steiler is dan de maximaal
toelaatbare waarden voor hellingen en
dwarshellingen, moet de machine met behulp van
een lier of een transportvoertuig op de helling
worden gebracht of ervan af worden gehaald. Zie de
sectie Transport- en hefinstructies
GR-12 • GR-15 • GR-20
Bedieningshandleiding
BEDIENINGSINSTRUCTIES
pad
23