Het display toont de frequentie in stappen van 0,05 MHz. Next verhoogt de
zendfrequentie, Prev verlaagt hem.
8.5 Scaninstelling
In deze menuoptie kunt u de gevoeligheid van de scanfunctie instellen.
>
Houd de knop Menu ingedrukt en selecteer[Instellingen zenderscan] met
behulp van de knoppen Next/Prev.. Druk op Select.
>
Selecteer of u de scanner alleen bij sterke zenders [Alleen sterke zenders] of
voor alle stations (ook bij zwakke zenders) [Alle zenders] moet stoppen.
Bij de instelling Alle zenders stopt de automatische scanner bij elk
beschikbaar station. Hierdoor kan het voorkomen dat zwakke zenders met ruis
worden afgespeeld.
>
Kies met behulp van Next/Prev. een optie en druk op Select om deze
instelling op te slaan.
8.6 FM-zenders opslaan in het geheugen
In het programmageheugen kunt u maximaal 10 zenders in het FM-bereik
opslaan.
>
Stel eerst de gewenste zenderfrequentie in (punt 8.3,8.4).
>
Om deze zender in het geheugen op te slaan, houdt u tijdens het afspelen de
knop Preset ingedrukt tot [Favorietengeheugen] op het display verschijnt.
Selecteer vervolgens met Next/Prev. een favorietengeheugen (1...10). Druk op
Select om deze op te slaan.
>
Om nog meer zenders op te slaan, herhaalt u deze procedure.
8.7 FM-zender vanaf een favorietengeheugen opvragen
>
Om een zender op te vragen die u eerder in het favorietengeheugen hebt
opgeslagen, drukt u kort op Preset en selecteert u met Next/Prev. een
zendergeheugen (1...10). Druk op Select om de zender af te spelen.
Als er geen station op het geselecteerde kanaal is opgeslagen, wordt op het
display [(leeg)] weergegeven.
8.8 Overschrijven/verwijderen van een opgeslagen programmageheugen
>
Sla eenvoudig volgens de aanwijzingen een nieuw station op in het
favorietengeheugen.
Bij het opvragen van de fabrieksinstellingen worden alle geheugenlocaties
verwijderd.
DE
EN
FR
IT
NL
PL
CZ
125