• Gebruik het apparaat niet in de buitenlucht, als het
apparaat wordt blootgesteld aan slechte
weersomstandigheden (bijv. regen) en geen overkapping
mogelijk is.
• Het apparaat mag niet in brand- en explosiegevaarlijke
ruimten en omgevingen worden opgesteld en gebruikt.
• Gebruik het apparaat in de buitenlucht niet zonder
overkapping.
• Het apparaat mag niet in ruimten met onvoldoende toevoer
van verbrandingslucht worden gebruikt.
• Geen eigenhandige constructieve wijzigingen, evenals aan-
of ombouwwerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
Persoonlijke kwalificaties
Personen die dit apparaat gebruiken moeten:
• zich bewust zijn van de gevaren, die ontstaan bij het
werken met olieverwarmingsapparaten door hitte,
brandgevaar en gebrekkige ventilatie.
• zich bewust zijn van de gevaren die ontstaan bij de
omgang met brandstoffen, zoals stookolie EL of diesel.
• de gebruiksaanwijzing, vooral het hoofdstuk veiligheid
hebben gelezen en begrepen.
Veiligheidsinrichtingen
Het apparaat is uitgerust met een elektronische vlam- en
overtemperatuurbewaking, die via een fotocel en een
veiligheidsthermostaat werkt.
De elektronische regeleenheid regelt de opstart, stilzet- en
veiligheidsuitschakeltijden bij storingen. De regeleenheid is
uitgerust met een reset-toets, waarvan de kleur
(bedrijfsindicatie) afhankelijk is van de bedrijfsmodus:
• uitgeschakeld bij pauze- of standby-modus van het
apparaat, in afwachting van de warmtevraag
• groen permanent brandend tijdens normaal bedrijf van het
apparaat
• rood permanent brandend tijdens veiligheidsuitschakeling
van het apparaat
• oranjegekleurd knipperend bij bedrijfsonderbrekingen door
sterke netspanningsschommelingen (T < 175 V of
T > 265 V). Het bedrijf wordt na het stabiliseren van de
spanning tussen 190 V en 250 V automatisch weer hervat
4
Als het apparaat de veiligheidsuitschakeling heeft geactiveerd:
1. Voor het hervatten van het bedrijf 3 seconden op de reset-
toets (25) drukken.
Waarschuwing
Letselgevaar door ontploffing!
Onverbrande stookolie kan zich verzamelen in de
verbrandingskamer en bij het daarna herinschakelen
ontsteken.
Nooit meer dan twee herstartpogingen na elkaar
uitvoeren.
Is nog steeds sprake van de veiligheidsuitschakeling:
1. Voor het weer in gebruik nemen van het apparaat, de
storingsoorzaak vaststellen (zie hoofdstuk defecten en
storingen) en de storingsoorzaak verhelpen.
2. Druk minimaal 5 seconden op de reset-toets (25).
ð Het zelfdiagnoseprogramma start.
Na het afronden van het zelfdiagnoseprogramma, krijgt de
reset-toets een kleur (zelfdiagnose-indicatie), afhankelijk van de
storingsoorzaak:
• oranjegekleurd knipperend bij het registreren van een
verkeerde vlam bij het opstarten
• roodgekleurd knipperend bij het registreren van een
ontbrekende vlam bij het opstarten
• rood-/groengekleurd knipperend bij het registreren van
een ontbrekende vlam tijdens bedrijf
• oranjegekleurd permanent brandend bij interne fouten van
de elektronische regeleenheid
Zie hoofdstuk defecten en storingen voor het bepalen van de
storingsoorzaak.
Restgevaren
Waarschuwing voor elektrische spanning
Werkzaamheden aan elektrische onderdelen mogen
alleen door een geautoriseerd gespecialiseerd bedrijf
worden uitgevoerd!
Waarschuwing voor elektrische spanning
Voor alle werkzaamheden aan het apparaat de
netstekker uit het stopcontact verwijderen!
Raak de netstekker niet aan met vochtige of natte
handen.
De netstekker van het netsnoer uit het stopcontact
trekken door de netstekker vast te pakken.
olieverwarmingsapparaat IDS 30 F
NL