Download Print deze pagina

Onderhoud; Probleemoplossing - Spirax Sarco CP32 Installatie En Onderhoud

Geleidbaarheidssonde

Advertenties

Installatie en Onderhoud
CP32 - klemmenbord
Sonde
TBK1
BC3200/3210 – weerstand van sondelichaam naar tank of
belendende leidingen < 1 .
Sonde
TBK1
BC3200/3210 – weerstand van sondelichaam naar tank of
belendende leidingen < 1 .
IM-P403-58 / AB-BEn-12
Pt100
Afscherming
Pt100

5. Onderhoud

De sensor vereist geen specifiek onderhoud. Verwijder, reinig en
onderzoek de sonde jaarlijks. We raden ook aan wanneer de son-
de meer dan 12 uur lang een foute waarde weergeeft men deze
eens demonteerd, onderzoekt en reinigt.
Indien er zich ketelsteen vormt op de sonde, wordt dit normaal ge-
zien verwijderd of poreus gemaakt door het automatisch conditio-
neringsysteem. Dit sondeconditioneringsysteem is geen vervan-
ging voor een degelijke waterbehandeling. Bij zware werkomstan-
digheden kan zich nog steeds ketelsteen vormen op de sensor,
zodat manueel reinigen nodig wordt.
Reiniging van de sonde:
 Verwijder de sonde één maal per jaar voor inspectie en reinig
deze, indien nodig, met een vochtige doek. Indien zich harde
ketelsteen op de sonde neergezet heeft, verwijder dit met een
fijn schuurpapier (max. 600 grit) of een huishoudelijk reinigings-
product.
 Installeer de sonde opnieuw, gebruik hiervoor PTFE tape.
6. Beschikbare reservedelen
De beschikbare reserevedelen staan in onderstaande tabel. De
andere onderdelen zijn niet beschikbaar als reservedeel.
O-ring
Gebruik, bij het bestellen van reservedelen, steeds bovenstaande
omschrijving en vermeld daarbij het type van de sonde.
Voorbeeld: 1 – O-ring voor Spirax-Sarco geleidbaarheidssonde
CP32.

7. Probleemoplossing

TBK2
Problemen bij de opstart zijn vaak te wijten aan een foutieve be-
drading of keuze van schakelaar. We raden u dan ook aan de op-
stelling en bedrading te verifiëren.
Controle van de sonde aan de hand van de cel-
constante.
De regelaar BC3200/BC3210 of BC3250 laat u toe de conditie van
de sensordrivertip na te gaan zonder daarvoor de sensor te verwij-
deren uit de installatie, dit door een berekening (benaderend) van
de celconstante. De celconstante van een goed werkende driver-
tip is 0,2 à 0,6. Hiervoor verwijzen wij naar de installatie- en on-
derhoudsinstructies van de BC3200/BC3210 of BC3250.
De sensortip kan op deze wijze niet gecontroleerd worden.
De conditie van de sensor kan nagegaan worden dmv de geleid-
baarheidsmeter MS1.
Controle van de sonde via de geleidbaarheidsme-
ter MS1:
De conditie van de geïnstalleerde sonde kan worden geverifieerd
door middel van de Spirax Sarco geleidbaarheidsmeter MS1 en
zijn kabels.
Driver tip:
 Koppel de regelaar los van het klemmenblok TB1 en sluit korte
testdraden aan de klemmen 1 & 3. Bevestig de krokodillen-
klemmen van de MS1 hierop.
 Lees de waarde af en bereken de celconstante zoals opgegeven
in de installatie- en onderhoudsinstructies van de MS1. Een
celconstante van 0,2 à 0,6 is normaal, een hogere waarde wijst
op ketelsteen.
TBK2
Sensortip:
 Bevestig de MS1 op de klemmen 2 en 3. Een celconstante van
0,2 à 0,6 is normaal, maar 0,8 is nog werkbaar.
Pt100 weerstand:
 Voor deze verificatie dient de stroom uitgeschakeld te zijn.
 Meet de weerstand tussen klem 7 & 8 op TB1, een gewone
Ohm-meter volstaat hiervoor. De weerstand dient tussen 100
Ohms (0°C) en 168 Ohms (180°C) te liggen. Zie eventueel de
interne bruggen na, zoals aangeduid op onderstaand schema.
Klem 3 wordt geaard aan het sondelichaam.
CP32
- 3 / 6 -

Advertenties

loading