16.3.1
Principe meting
De meetcel bestaat uit:
Een LED (Light Emitting Diode) (zender)
Een transparante holle kamer (de meetcel)
Een fotodiode (ontvanger)
Zie figuur 16.3.1.2.
Figuur 16.3.1.2.
Een stroom wordt door de LED gestuurd. Deze gaat licht uitstralen. Dit licht valt via de te meten
vloeistof in de cel op de fotodiode. Door het zogenaamde fotovoltaïsch effect wordt er in de
fotodiode een kleine spanning gegenereerd. Deze spanning wordt door de SPI-C170 gemeten en
omgezet in een interne waarde waarmee gewerkt kan worden.
De Chloor waarde in het meetwater wordt uiteindelijk bepaalt door er een bepaalde hoeveelheid
reagens aan toe te voegen. Dit reagens reageert met de aanwezig Chloor, en dit zal een licht gele
verkleuring opleveren. Hoe meer verkleuring er optreed, hoe meer Chloor er in dit water zit. Door de
aanwezigheid van Chloor en de reactie met het reagens zal de vloeistof donkerder worden. Minder
licht zal de cel passeren en op de ontvanger vallen. Dit kan worden gemeten. Een meting waar geen
reagens aan is toegevoegd (nulmeting) zal een interne waarde van rond de 1000 genereren. Waar
een (goede) meting met reagens sterk kan variëren.
V1 20130822
SPI – C170 C
H L O O R
53