Afb.10
Groepen
1
7.3
Instellingen voor extern apparaat wijzigen
118036 - v.05 - 15022019
7.2.10
Instellen via Menu > Instellingen > Systeem > CV installatie > Groepen.
Met behulp van de c-Mix kan de regelaar 2 groepen sturen. Beide groepen
2
kunnen hun eigen programmakeuze en regelstrategie krijgen. De
volgende opties zijn mogelijk:
Wanneer voor groepensturing wordt gekozen, verschijnt het symbool
AD-0000776-01
in het display. Het nummer in het symbool laat zien welke groep
geselecteerd is om te bedienen. Door drukken op de draai-en drukknop
wordt geschakeld tussen de bediening van groep 1 en 2.
7.2.11
Instellen via Menu > Instellingen > Installateur > Installateurcode.
De menu's Installateur en Systeem kunnen beschermd worden met een
vaste pincode (0012). De code blijft na invoeren 30 minuten actief.
7.3.1
Instellen via Menu > Informatie.
Via de regelaar kan bedrijfsinformatie over de CV-installatie opgevraagd
worden, zoals de waterdruk en verschillende temperaturen. De
beschikbare informatie is afhankelijk van de CV-ketel.
In de standen Eenvoudig en Standaard ziet u niet alle
informatiecategorieën die beschikbaar zijn. Kies Meer informatie om alle
informatie beschikbaar te maken.
7.3.2
Instellen via Menu > Instellingen > Systeem > CV installatie.
Via de regelaar kan een aantal specifieke CV-instellingen aangepast
worden:
Groepensturing
Geen groepen. Standaardinstelling van de regelaar.
1 & 2 apart: Elke groep krijgt een eigen programma en regelstrategie.
2 volgt 1: Beide groepen krijgen wel een eigen regelstrategie, maar
groep 2 volgt de programmakeuze van groep 1.
Pincode voor menu's Installateur en Systeem
Informatie
CV-instellingen
Pompsturing: Als deze optie aan staat wordt de pomp uitgezet wanneer
er geen warmtevraag is. Hierdoor maakt de pomp minder uren
(besparing elektriciteit). Doordat de pomp stilstaat wanneer de ketel niet
brandt, kan het enkele minuten duren voordat een radiator die
opengedraaid wordt ook daadwerkelijk warm water krijgt.
Opwarmsnelheid: Hiermee wordt de snelheid van het opregelen van de
regelaar bepaald. Deze parameter heeft invloed op het aanwarmgedrag
en het regelgedrag.
Belangrijk
Zet deze instelling op Langzaamst bij vloerverwarming. Voor een
HRe-ketel wordt de stand Extra langzaam geadviseerd.
Afkoelsnelheid: Hiermee wordt aangegeven hoe snel de woning afkoelt
of hoe goed uw woning is geïsoleerd. Een goede isolatie vertraagt de
afkoeling van de woning. Deze parameter heeft invloed op de
regelstrategiën RTC (T-ruimte) en OTC + Comfort en op de lengte van
de uit-periodes tussen de branderstarts.
Afkoelsnelheid > Langzaamst: Geeft lange uit-periodes tussen
branderstarts.
Afkoelsnelheid > Snelst: Geeft korte uit-periodes tussen branderstarts.
Max. aanwarmtijd: De maximale tijd dat voor een schakelpunt mag
worden begonnen met aanwarmen (tijd in minuten).
7 Instellingen
19