3. installeer een achteruitkijkcamera (optioneel)
1. kies een montageplaats.
2. veeg het montagevlak van de voorruit schoon met een droge doek. Kies
een plaats op de voorruit waar zich geen dooiroosterlijnen bevinden en de
camera het gehele achteraanzicht kan vastleggen.
3. Verwijder de beschermfolie van de sticker en de cameralens.
4. Bevestig de achteruitrijcamera op de gekozen plaats.
5. Sluit de achteruitrijcamera aan.
Schakel het toestel uit en sluit de kabel van de achteruitrijcamera aan op
de frontcamera (hoofdeenheid). Zie de volgende illustraties voor de
kabelgeleiding.
11
front camera
1
4. installatie van de interieurcamera (optioneel)
1. Kies een montageplaats.
2. Veeg het montagevlak van de voorruit af met een droge doek en kies een
plaats op de voorruit waar zich geen ontdooiroostrepen bevinden en de
camera het volledige interieurbeeld kan vastleggen.
3. Verwijder de beschermfolie van de sticker en de cameralens.
4. Bevestig de binnencamera op de gekozen locatie.Sluit de
binnencamera aan.
5. Sluit aan op de binnencamera.
Verbind de twee camera's met de binnencamera
kabel.Schakel het product uit en sluit de binnencamera kabel
aan op de front camera (hoofd unit).
achteruitkijkcamera
2
12