Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen
  • NL

Beschikbare talen

  • DUTCH, pagina 22
- Vleugelschroeven (15) links en rechts stevig met
de hand vastdraaien.
6.2
Netaansluiting
Controleer voordat de machine in gebruik
wordt genomen of de op het typeplaatje
aangegeven spanning overeenkomt met de
netspanning.
De machine mag alleen worden aangesloten
op volgens voorschrift geaarde
stopcontacten.
Controleer regelmatig de aansluitkabel en de
stekker van het elektrisch gereedschap en laat
deze ingeval van beschadiging in een Metabo-
klantenservicewerkplaats vervangen.
Wanneer een verlengsnoer vereist is, dient dit drie-
aderig te zijn en moet het aarddraad ervan correct
met het randaardecontact van de contrastekker en
van de stekker verbonden zijn.
Gebruik in de open lucht alleen hiervoor toegelaten
en overeenkomstig gekenmerkte verlengsnoeren.
Controleer de verlengsnoeren regelmatig en
vervang deze bij beschadiging.
Verlengsnoeren dienen geschikt te zijn voor het
opgenomen vermogen (vgl. technische gegevens).
Bij gebruik van een kabelhaspel moet de kabel altijd
geheel zijn afgerold.
6.3
FI-veiligheidsschakelaar (differentiaal-
veiligheidsschakelaar )
De machine mag alleen met de meegeleverde
FI-veiligheidsschakelaar (4) worden gebruikt.
Voor gebruik van de machine altijd de FI-
veiligheidsschakelaar (4) controleren zoals
beschreven.
7
6
RESET
5
TEST
4
- Machine op het stoomnet aansluiten.
- RESET-knop (6) indrukken. Het controlelampje
(7) brandt nu.
- TEST-knop (5) indrukken. Nu moet het
controlelampje (7) uitgaan.
- RESET-knop (6)opnieuw indrukken om de
machine te gebruiken.
Wanneer de TEST-knop (5) wordt ingedrukt
en het controlelampje (7) gaat niet uit, dan
mag de machine niet worden gebruikt! Laat de
machine controleren door een geschoolde
monteur!
Gebruik de FI-veiligheidsschakelaar niet om de
machine in of uit te schakelen.
6.4
Afsluitkraan
Zie afbeelding b, pagina 2.
Stand A = afsluitkraan (1) gesloten
Stand B = afsluitkraan (1) open
6.5
Wateraansluiting
Regelmatig controleren of de afsluitkraan,
slangen, afdichtingen en aansluitstukken
correct werken.
Gebruik alleen schoon leidingwater. De
waterdruk mag niet hoger zijn dan 6 bar.
Gebruik alleen een machine die volgens
voorschrift is aangesloten op de watertoevoer.
Water uit de buurt houden van de machine en
personen in het werkgebied.
De machine altijd zo houden, dat er geen
water in de machine of bij elektrische
onderdelen kan komen.
- Zorg ervoor dat de afsluitkraan (1) gesloten is.
- Zie erop toe dat de waterkraan van de
watertoevoer gesloten is.
- Een waterslang (1/2" of 13 mm) met een in de
handel gebruikelijke zelfsluitende snelkoppeling
op het aansluitstuk (2) steken tot deze inklikt.
- Waterkraan van de watertoevoer openen.
Om de waterslang af te nemen, eerst de
waterkraan van de watertoevoer sluiten,
vervolgens de afsluitkraan (1) openen, zodat er
geen druk meer op de waterslang staat. Let er bij
het afnemen van de waterslang op dat er geen
water in de machine loopt. Afsluitkraan (1) sluiten.
6.6
Inzetgereedschap aanbrengen / afnemen
Spindelvastzetknop (11) alleen bij stilstaande
spindel indrukken!
Aanbrengen:
- De spindelvastzetknop (11) indrukken en de
spindel (8) met de hand draaien tot de
spindelvastzetknop merkbaar inklikt.
- De steunschijf (18) (met klithechting) handmatig
met de klok mee opschroeven
- Polijstschijf (17) (met klithechting) eenvoudig
aandrukken, zodat de polijstschijf (17) en
steunschijf (18) exact overeenstemmen.
Afnemen:
- De spindelvastzetknop (11) indrukken
- De steunschijf (18) handmatig tegen de klok in
afschroeven (eventueel steeksleutel tegen het
sleutelvlak van de steunschijf zetten).

7. Gebruik

7.1
Toerental instellen
Met de stelknop (19) kan het toerental vooraf
worden ingesteld en traploos worden veranderd.
De standen 1-6 komen bij benadering overeen met
het volgende toerental bij nullast:
1 ........ 1700 / min
2 ........ 2700 / min
3 ........ 3500 / min
De VTC-elektronica maakt materiaalgericht werken
en een vrijwel constant toerental mogelijk, ook
onder belasting.
7.2
In-/uitschakelen
Eerst inschakelen, dan het inzetgereedschap
naar het werkstuk brengen.
NEDERLANDS nl
4 ....... 4100 / min
5 ....... 4800 / min
6 ....... 5400 / min
25

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave