∫ Opzetten van [
Raak het onderwerp aan.
•
De AF-zone wordt geel en het onderwerp wordt vergrendeld.
De focus en de belichting zullen continu automatisch bijgesteld worden
en volgen de beweging van het onderwerp. (Dynamische opsporing)
•
De vergrendeling wordt gewist als [
Aantekening
•
Bediening door aanraking is rechtsboven op de LCD-monitor niet mogelijk, ook al wordt een
beeld weergegeven.
•
Dynamische opspoorfunctie zou er niet in kunnen slagen te vergrendelen, zou het onderwerp
in AF-opsporing kunnen verliezen of ander onderwerp op kunnen sporen afhankelijk van de
opnameomstandigheden zoals die, die hier beneden staan.
–
Wanneer het onderwerp te klein is
–
Wanneer de opnameplaats te donker of te helder is
–
Wanneer het onderwerp te snel beweegt
–
Wanneer de achtergrond dezelfde of een soortgelijke kleur heeft als het onderwerp
–
Wanneer er zich golfstoring voordoet
–
Wanneer u de zoom gebruikt
•
Als AF Lock niet werkt, zal het frame van Tracking AF rood worden en vervolgens verdwijnen.
Voer de AF Lock opnieuw uit.
•
AF-opsporing zal niet werken wanneer het onderwerp niet gespecificeerd is, het onderwerp
verloren is gegaan of er niet in geslaagd is opgespoord te worden. Het beeld zal in dat geval
gemaakt worden met [
•
AF Tracking wordt gewist als Touch Shutter op [
•
Onder de volgende omstandigheden kan het niet op [
–
In [Panorama assist], [Speldenprik], [Zandstraal] of [Hoge dynamiek] in de scènefunctie
–
In [Zwart/Wit], [Sepia], [Cool] of [Warm] in [Kleurfunctie]
] (AF-opsporing)
] aangeraakt wordt.
] in [AF mode].
Opnemen
] wordt gezet.
] gezet worden.
- 78 -