Boren in hout:
• Gebruik alleen boren die geschikt zijn voor hout.
• Leg een houten blok onder het werkstuk of boor vanaf
beide zijden, zodat het hout bij het doorboren niet afbreekt.
• Gebruik een houtboor met centreerpunt, bij diepe boringen
een spiraalboor gebruiken, voor grotere boordiameters een
machinehoutboor.
Draairichting kiezen
Let op
De draairichting alleen omschakelen bij stilstand van
het apparaat! Anders kan het apparaat worden
beschadigd.
De draairichting van de motor kan via de schakelaar voor
rechtsom / linksom draaien (5) worden omgeschakeld.
1. De knop rechtsom / linksom (5) volledig indrukken aan de
zijde die de draairichting van de motor aangeeft.
I.
I.
Schroeven indraaien
2. Controleer door het kort proefdraaien of de draairichting
geschikt is voor de gewenste werkzaamheden. Een
verkeerde draairichting kan het gereedschap en / of het
werkstuk beschadigen.
3. Zet indien nodig de knop voor rechtsom / linksom
draaien (5) in de middelste stand (blokkering), voor het
vergrendelen van de aan-/uit-schakelaar (14).
NL
II.
5
II. Schroeven uitdraaien
accu-schroef-/boormachine PSCS 11-12V
Apparaat in- en uitschakelen
Het apparaat heeft een traploze toerentalregeling. Hoe dieper de
aan-/uit-schakelaar (14) wordt ingedrukt, hoe hoger het
toerental.
1. Controleer of het ingespannen gereedschap en het
ingestelde koppelniveau geschikt is voor de geplande
werkzaamheden.
2. Controleer of het werkstuk is vastgezet, resp. het werkvlak
goed is voorbereid.
3. De aan-/uit-schakelaar (14) tijdens het schroeven resp.
boren ingedrukt houden.
ð Het apparaat werkt met de eerder gekozen instellingen.
ð De LED-werklamp (15) brandt.
4. Laat de aan-/uit-schakelaar (14) weer los, om het apparaat
te stoppen.
ð De LED-werklamp (15) gaat uit.
Info
De motor heeft een geïntegreerde rem, die de motor
snel stopt bij het loslaten van de aan-/uit-
schakelaar (14).
Buiten gebruik stellen
1. Zet de knop voor rechtsom / linksom draaien (5) in de
middelste stand (blokkering).
2. Laat het apparaat evt. afkoelen.
3. Verwijder de accu uit het apparaat (zie hoofdstuk in
gebruik nemen).
4. Verwijder het gereedschap uit het apparaat (zie hoofdstuk
in gebruik nemen).
5. Reinig het apparaat volgens het hoofdstuk onderhoud.
6. Het apparaat opslaan volgens het hoofdstuk opslag.
15
14
15