12 Inbedrijfstelling
In dit hoofdstuk
12.1 Overzicht: Inbedrijfstelling
ERGA04~08E + EHSH/X(B)04+08P50E
Daikin Altherma 3 R ECH₂O
4P759881-1 – 2024.03
OPMERKING
Algemene checklist inbedrijfstelling. Naast de instructies voor inbedrijfstelling in dit
hoofdstuk, is er een algemene checklist inbedrijfstelling beschikbaar op het Daikin
Business Portal (authenticatie vereist).
De algemene checklist voor de inbedrijfstelling vormt een aanvulling op de instructies
in dit hoofdstuk en kan worden gebruikt als richtlijn en als basis voor de
rapporteringssjabloon tijdens inbedrijfstelling en bij overhandiging aan de gebruiker.
OPMERKING
Zorg ervoor dat het automatische ontluchtingsventiel in het hydraulische blok open
staat.
Alle automatisch ontluchtingsventielen moeten open blijven na de inbedrijfstelling.
INFORMATIE
Beschermende functies - "Installateur ter plaatse"-stand. De software is uitgerust
met beschermende functies, zoals vorstbescherming voor de kamer. De unit voert
deze functies automatisch uit wanneer dat nodig is.
Tijdens installatie- of servicewerkzaamheden is dit gedrag ongewenst. Daarom
kunnen de beschermende functies worden uitgeschakeld:
▪
Bij eerste keer inschakelen: de beschermende functies zijn standaard
uitgeschakeld. Na 12 uren worden ze automatisch ingeschakeld.
▪
Daarna: Een installateur kan de beschermende functies handmatig uitschakelen
door [9.G] in te stellen: Bescherming uitschakelen=Ja. Wanneer hij klaar
is, kan hij de beschermende functies inschakelen door [9.G] in te stellen:
Bescherming uitschakelen=Nee.
12.1
Overzicht: Inbedrijfstelling ..................................................................................................................................................... 265
12.2
Voorzorgsmaatregelen tijdens inbedrijfstelling..................................................................................................................... 266
12.3
Controlelijst voor de inbedrijfstelling..................................................................................................................................... 266
12.4
Checklist tijdens inbedrijfstelling............................................................................................................................................ 267
12.4.1
Minimum debiet..................................................................................................................................................... 267
12.4.2
De ontluchtingsfunctie........................................................................................................................................... 268
12.4.3
De werking testen .................................................................................................................................................. 270
12.4.4
Proefdraaien stelmotor.......................................................................................................................................... 271
12.4.5
De dekvloer van de vloerverwarming drogen ....................................................................................................... 272
12.4.6
Bivalente warmtebronnen in/opstellen ................................................................................................................ 276
Dit hoofdstuk beschrijft wat u moet doen en kennen om het systeem in bedrijf te
stellen nadat het werd geïnstalleerd en geconfigureerd.
12
Inbedrijfstelling
|
Uitgebreide handleiding voor de installateur
265