Gewenste waarde bij cascaderegeling voor de ruimtetemperatuur
Gewenste waarde bij cascaderegeling voor de retourluchttemperatuur
Gewenste waarde weersafhankelijke regeling van ruimte-/retourlucht
Ruimtetemp1
Gemeten: 22,0 °C
Setp: 21,5 °C
Gebruikershandleiding Corrigo ventilatie, revisie F
Ruimtetemp1
Gemeten: 22,0 °C
Setp: 21,5 °C
Bij cascaderegeling
setp max/min inblaas
Max: 30,0 °C
Min: 12,0 °C
Ruimtetemp2
Gemeten: 21,8 °C
Retourluchttemp
Gemeten: 21,0 °C
Setpoint: 21,1 °C
Bij cascaderegeling
setp max/min inblaas
Max: 30,0 °C
Min: 12,0 °C
In de regelmodus Inblaasluchtregeling/Regeling ruimte
wordt de gewenste waarde gebruikt als de aangesloten
ruimteregeling actief is.
Submenu voor het instellen van de minimale en
maximale temperatuurgrenswaarden voor de
inblaaslucht.
Als er twee ruimtesensors zijn geconfigureerd,
wordt dit menu ook weergegeven. De regelaar
gebruikt de gemiddelde temperatuur van de
twee sensors.
In de regelmodus
Inblaasluchtregeling/Retourluchtregeling wordt de
gewenste waarde gebruikt als een cascaderegeling voor
de retourlucht actief is.
Submenu voor het instellen van de minimale en
maximale temperatuurgrenswaarden voor de
inblaaslucht.
Biedt de mogelijkheid om de
ruimtetemperatuur/retourluchttemperatuur te compenseren op
basis van de buitentemperatuur. Merk op dat de curve moet
worden aangepast voor optimale functionaliteit!
Het menusysteem
13