Voor de bestaande transponders, kunt u
3
ook de numerieke toetsen gebruiken om de
parameters van "TP Frequency" en
"Symbol Rate" te wijzigen.
Wanneer uw wijzigingen compleet zijn,
4
drukt u op [Rood]. Er verschijnt een dialoog
waarin u om scan mode, zender type, scan
type en NIT search aan/uit kunt zetten.
Druk op [OK] wanneer u klaar bent om te
beginnen met scannen.
In het "TP Scan" item, drukt u op de [exit]
5
toets om het scannen te verlaten en de
huidige parameters op te slaan.
Single Scan
Druk op [Rood], er verschijnt een dialoog
1
waarin u wordt gevraagd om de scan mode
(dit betekent of u alle kanalen of alleen de
vrije kanalen wilt scannen), programma
type (dit betekent of u alle kanalen wilt
scannen of alleen TV/radio kanalen), scan
type (betekent preset scan – zoeken in de
bestaande TP's, of Automatic Scan – blind
scannen, bestaande TP informatie is niet
nodig) en NIT Search aan/uit. Druk op [OK]
om te starten met scannen wanneer u klaar
bent met instellen.
Druk op [Wit] om direct te beginnen met de
2
blinde scan.
TP Scan
Druk op [Groen] om de kanalen van de huidige
TP te scannen.
Auto DiSEqC
Druk op [Blauw] om de Auto-DiSEqC functie te
starten. Het vindt automatisch welke satellieten
zich op welke poorten bevinden.
Blinde scan
Druk op [Wit] om direct naar blinde scan mode
te gaan voor de huidige satelliet.
10.2 Fastscan satelliet
In dit menu kunt u snel de kanalen zoeken door
de volgende parameters in te stellen:
Provider: Kies uw provider.
Zoek type: U kunt het zoek type instellen als SD
of HD.
Auto DiSEqC: Indien deze Aan staat wordt het
signaal automatisch gecontroleerd, en wordt de
poort van de DiSEqC switch automatisch
gevonden.
LCN: Als deze Aan staat, worden de
kanaalnummers getoond in de volgorde van de
informatie in het signaal, als hij Uit staat wordt
het kanaalnummer normaal getoond.
20