PROTECT (Beschermen)
PROTECT MENU (Menu Bescherming)
POWER SAVE SETTINGS
(energiebesparende instellingen)
POWER SAVE
(Energiebesparing)
TIME SETTING (Tijdinstelling) Stelt de hoeveelheid tijd in die de monitor moet wachten op het ingangssignaal voordat deze in de
POWER SAVE MESSAGE
(Energiebesparingsbericht)
QUICK START
(Snel aan de slag)
THERMAL MANAGEMENT
(Warmtebeheer)
FAN CONTROL
(Ventilatiebesturing)
FAN SPEED
(Ventilatorsnelheid)
DISPLAY (Scherm)
FAN STATUS
(Ventilatorstatus)
INTERNAL TEMPERATURE
(Interne temperatuur)
SLOT (Sleuf)
FAN STATUS
(Ventilatorstatus)
INTERNAL TEMPERATURE
(Interne temperatuur)
SYSTEM FAN REQUIREMENT
(Vereiste systeemventilator)
OPTION
COMPUTE MODULE
Stelt de monitor in staat om al dan niet over te gaan naar de energiebesparende modus. Wanneer
[ENABLE] (Inschakelen) is geselecteerd, gaat de monitor in de energiebesparende modus nadat de
periode is verstreken waarin geen ingangssignaal is gedetecteerd of er signaalverlies is opgetreden.
Wanneer de monitor in de energiebesparende modus staat, zal de ledstroomindicator van kleur
veranderen. Raadpleeg de stroomindicatortabel
geselecteerd, gaat de monitor niet in de energiebesparende modus.
Raadpleeg de specificaties van de monitor (zie
stroomverbruik.
OPMERKING:
• Wanneer de monitor op een computer is aangesloten, is het mogelijk dat de
beeldschermadapter van de computer niet stopt met het verzenden van digitale
gegevens, ook al is er geen beeld op het scherm. Als dit gebeurt, schakelt de monitor
niet over naar de stand-bymodus.
• Als [AUTO OFF] (Automatisch uitschakelen) of [CUSTOM] (Aangepast) is geselecteerd
in [HUMAN SENSING] (Persoonsdetectie)*
*
: De functie is alleen beschikbaar wanneer er verbinding is met de optionele sensoreenheid.
1
energiebesparingsmodus gaat.
Toont een bericht wanneer de monitor in de spaarstand gaat.
Als [ENABLE] (Ingeschakeld) is geselecteerd, schakelt de monitor snel in wanneer een signaal wordt
gedetecteerd. Door deze optie in te schakelen, wordt in de stand-bymodus meer stroom verbruikt.
Hiermee stelt u de ventilator in.
[AUTO] (Automatisch) om de interne onderdelen te beschermen. De ventilator gaat aan wanneer
de interne temperatuur van de monitor de bedrijfsparameters overschrijdt. De ventilatoren worden
automatisch uitgeschakeld wanneer de interne temperatuur van de monitor binnen de normale
bedrijfsspecificaties valt.
[ON] (Aan) De ventilator van de monitor is altijd aan.
OPMERKING:
De ventilator kan niet handmatig worden bediend. Deze staat altijd aan als [ON] (Aan) is
geselecteerd in het OSD-menu of wanneer [AUTO] (Automatisch) is geselecteerd en de
interne temperatuur van de monitor de opgegeven bedrijfstemperatuur overschrijdt.
De [FAN SPEED] (Ventilatorsnelheid) kan worden aangepast tussen LOW (Laag) en HIGH (Hoog).
Toont de status van de interne ventilator van de monitor.
Hiermee wordt de status van de interne temperatuur van de monitor weergegeven.
Toont de interne temperatuur van de optionele kaart.
Toont de status van de ventilator voor de optionele kaart.
Hiermee wordt de status van de interne temperatuur van het optiebord weergegeven.
Toon de vereiste werking van de optionele kaart.
Nederlands−101
(ziepagina
78). Wanneer [DISABLE] (Ingeschakeld) is
"M981" op pagina
81) voor informatie over het
, werkt de energiebesparingsfunctie niet.
1