Opmerkingen
•
Hoewel de capaciteitenbereiken intern zijn beveiligd, moet u de te meten
condensator volledig ontladen om mogelijke meterbeschadiging en meetfouten te
voorkomen.
•
Tijdens metingen van grote capaciteiten zal het enige tijd duren om een stabiele
aflezing te verkrijgen.
•
Eenheid, 1000 pF = 1 nF, 1000 nF = 1 μF
Temperatuur meten (enkel 72-2595)
•
Steek de banaanstekkers van de meetsonde in de ingangsklemmen (rood in mA
en zwart in COM).
•
Draai de bereikschakelaar naar het
zal op het lcd-scherm worden weergegeven.
•
Plaats de sonde in de buurt van object dat gemeten wordt.
•
Lees de gemeten temperatuur rechtstreeks af van het scherm in
Dioden en continuïteit testen
•
Steek de meetsnoeren in de ingangsklemmen (rood in
polariteit van het rode testsnoer is "+" ). Draai de bereikschakelaar vervolgens
naar het
•
Sluit de meetsondes aan op de diode die getest wordt. De verkregen meetwaarde
is de benaderende waarde van het doorlaatspanningsverlies.
•
Sluit de meetsondes aan op het te testen circuit en als de weerstand tussen de
twee geteste punten < 10 Ω is, zal de ingebouwde zoemer weerklinken.
Batterijtest (enkel 72-2590)
•
Steek de meetsnoeren in de ingangsklemmen (rood in
•
Draai de bereikschakelaar naar het
•
Sluit de meetsondes in serie aan op de te meten batterij en zorg ervoor dat de
polariteit correct is (rood op "+", zwart op "-").
•
De gemeten waarde wordt weergegeven op het scherm en is de spanning tussen
de kathode en de anode van de batterij.
Opmerking:
wanneer de batterijtest voltooid is, koppel de meetsondes los van de
geteste batterij.
Automatische uitschakelfunctie
•
De meter is uitgerust met een automatische uitschakelfunctie. Hij wordt
automatisch uitgeschakeld na 15 minuten van inactiviteit en gaat naar de
slaapmodus, waardoor het energieverbruik van de batterij wordt verminderd.
•
Als u de meter opnieuw wilt inschakelen, druk twee keer op de AAN/UIT-knop.
-bereik.
C- of
F-bereik en de omgevingstemperatuur
º
º
bereik.
8
C of
F.
º
º
en zwart in COM, de
en zwart in COM).