Inhoudsopgave
Advertenties
10.0 – Programmeren alarmsysteem (unit)
Onderstaande tabel geeft de standaard configuratie zoals
voorgeprogrammeerd.
Uitval van spanning heeft geen invloed op de systeem configuratie.
10.1
Optische signalering bij in- / uitschakelen (Standaard instelling => optisch signaal AAN).
Als voertuig knipperlichtsignaal geeft bij het vergrendelen / ontgrendelen van het
!
10.2
Akoestische signalering bij in- / uitschakelen (Standaard instelling => akoestisch
signaal UIT).
10.3
Het systeem zal automatisch inschakelen, 60 sec. nadat het contact(slot) is uitgeschakeld en het laatste
portier is gesloten.
Openen van een portier tijdens deze 60 sec. onderbreekt de procedure, en wordt weer hervat
zodra het portier is gesloten.
– Toepassing van Digitale noodstroomsirene
10.4
Indien ingeschakeld, is communicatie mogelijk tussen het alarmsysteem en de digitale sirene
(7725D-SCM). Indien uitgeschakeld, activeert de uitgang de extra sirene (continue of
onderbroken) volgens de configuratie van functie nr.6).
– Deurschakelaar polariteit
10.5
Met deze functie kunt u de polarteit van het ingangssignaal (12V of massa) aanpassen
zoals afkomstig van deurschakelaar (Standaard instelling => massa / negatief).
– Massagestuurde uitgang voor extra claxon of extra sirene ( niet toegestaan SCM )
10.6
Als functie 4 is uitgeschakeld, kan de uitgang worden geconfigureerd om de extra sirene (continue
toon) of de claxon (onderbroken toon) te selecteren (Standaardinstelling => sirene).
Kan niet worden geconfigureerd als functie 4 is ingeschakeld voor digitale sirene.
!
– Passief inschakelen wegrijblokkering
10.7
Als deze functie is ingeschakeld, wordt automatisch de wegrijblokkering ingeschakeld wanneer het
systeem is uitgeschakeld en gedurende 30 sec. geen TAG (identifier) wordt gedetecteerd.
Als contact AAN staat, zal de LED snel knipperen om u te waarschuwen dat de wegrijblokkering is
ingeschakeld !
PAGE 12 - INSTALLER MANUAL
– Optische signalering
voertuig, moet deze functie worden uitgeschakeld.
– Akoestische signalering
– Passief inschakelen
11.0 – Voorbeeld programmeren alarmsysteem
Wanneer u de voorgeprogrammeerde functie gaat aanpassen, houd er rekening mee dat de
'contactsleutel' en de 'Touch Key' gebruikt worden om functies in of uit te schakelen !
Wanneer het contact UIT/AAN wordt gezet of u de 'Touch Key' in de houder drukt, klinkt een Bop
of Beep geluid afhankelijk van de actie en knippert LED volgens de geselecteerde functie (10.0).
Opmerking: Deze procedure moet u volledig uitvoeren !
ToDo:
(1) Schakel het alarmsysteem uit, en zorg ervoor dat de passieve wegrijblokkering is
uitgeschakeld. (2) Sluit de Groen-Bruine draad
portier indien deze analoog is aangesloten op het alarmsysteem. (3) Schakel het contact AAN, de
LED zal gedurende 2 sec. aan gaan, terwijl de LED AAN is, drukt u de 'Touch Key' in de houder.
Een Beep en een Bop (geluid) en 2x knipperen bevestigen dat het systeem in de
programmeer modus is.
Schakel contact UIT/AAN om functie uit te
Uitschakelen
UIT-
De LED knippert volgens de geselecteerde
AAN
Inschakelen
Druk de 'Touch Key' eenmalig in de houder om
De LED knippert volgens functie (van 1 tot 7).
In beide gevallen gaat het systeem naar volgende functie.
Herhaal bovenstaande stappen voor in / uitschakelen van de andere functies.
Wanneer de laatste functie is ingesteld (met Touch Key of Contactsleutel), zal naast de
bevestigingstoon, 2 Bops en 1 Beep hoorbaar zijn, en knipperlichten richtingaanwijzers 2x
knipperen om einde programmering te bevestigen.
aan op massa, of open het
(voor portierschakelaar)
AAN
schakelen.
Een Bop bevestigt de handeling.
functie ( van 1 tot 7).
OF
functie in te schakelen.
Een Beep bevestigt de handeling.
INSTALLER MANUAL - PAGE 13
Bop
Beep
Advertenties
Inhoudsopgave
