Als het alarm is ingeschakeld, controleert het systeem alle portieren, de achterklep, de
motorkap en het contact. Indien de auto is uitgerust met hiervoor geschikte sensoren, kan
het systeem ook ruitbreuk, bewegingen in het interieur en het opkrikken/optakelen van de
auto detecteren. Raadpleeg de installatiehandleiding voor het installeren van uw systeem.
Afgaan van het alarm
Als een van de sensoren een alarmsituatie detecteert, zal de sirene 30 seconden lang
klinken en knipperen de richtingaanwijzers gedurende 2 minuten.
Let op! Elke sensor kan maximaal 10 ingangssignalen per alarmcyclus verwerken.
Als het alarmsysteem wordt uitgeschakeld voordat het contact wordt aangezet, geeft het
LED-lampje informatie over de oorzaak van het afgaan van het alarm.
Oorzaak afgaan alarm: Aantal keer knipperen:
Hellingshoeksensor
Portier
Motorkap
Achterklep
Let op! Het knipperen stopt als het contact wordt aangezet of als het systeem wordt
ingeschakeld.
Indien er een storing optreed bij het alarm, volg dan de probleem oplossings procedure
hieronder voordat u contact opneemt met een geautoriseerde DEFA-dealer.
FOUT
Alarm systeem
reageert niet.
Afstandsbediening
werkt niet.
28
AFGAAN VAN HET ALARM
GEHEUGEN ALARMSITUATIES
2
3
4
5
PROBLEEM OPLOSSEN
OORZAAK
Alarm zekering defect.
Voertuig accu leeg.
Batterij van afstandsbediening
is leeg.
Oorzaak afgaan alarm: Aantal keer knipperen:
Contactslot
Externe ingang
Bewegingssensor
Ruitbreuksensor
OPLOSSING
Vervang defecte zekering.
Laadt de accu van het voertuig.
Gebruik een acculader zoals DEFA
Multicharger 1204.
Vervang de oude batterij met een nieuwe.
DUTCH
6
7
8
9