Handleiding
1. Markering
Zenerbarrière
Z040, Z041, Z042
Z705, Z710, Z713, Z715, Z715.1K, Z722, Z728, Z728.CL, Z728.H, Z731,
Z755, Z757, Z763, Z764, Z765, Z772, Z778, Z779, Z779.H, Z786, Z787,
Z787.H, Z788, Z788.R, Z788.H, Z789, Z796
Z810, Z810.CL, Z813, Z822, Z828, Z828.H, Z857, Z864, Z865, Z872,
Z878, Z886, Z887, Z888, Z888.H, Z896
Z905, Z910, Z915, Z915.1K, Z922, Z928, Z954, Z955, Z960, Z961,
Z961.H, Z964, Z965, Z966, Z966.H, Z967, Z969, Z972, Z978
EC-type onderzoekscertificaat: BAS 01 ATEX 7005
II (1)G [Ex ia Ga] IIC
II (1)D [Ex ia Da] IIIC
I (M1) [Ex ia Ma] I
Conformiteitverklaring: TÜV 99 ATEX 1484 X
II 3G Ex nA IIC T4 Gc
Pepperl+Fuchs GmbH
Lilienthalstrasse 200, D-68307 Mannheim, Duitsland
2. Doelgroep, personeel
Verantwoordelijkheid voor planning, montage, indienstname, bediening,
onderhoud en demontage berust bij de bedrijfsoperators.
Alleen geschoold en gekwalificeerd personeel mag de montage, de
installatie, de indienstname, de bediening, het onderhoud en het
demonteren van het apparaat uitvoeren. Het personeel moet de
handleiding doorlezen en begrijpen.
Voordat het product wordt gebruikt, dient u het product te leren kennen.
Lees de handleiding zorgvuldig door.
3. Verwijzing naar verdere documentatie
Neem wetten, normen en richtlijnen die betrekking hebben op het bedoeld
gebruik en de gebruikslocatie in acht.
Voor mijnbouwtoepassingen dient u rekening te houden met wetten,
normen en richtlijnen die van toepassing zijn op de gebruikslocatie.
Dit document wordt, indien van toepassing, aangevuld door bijbehorende
gegevensbladen, conformiteitsverklaringen, EC-typeverklaringen,
certificeringen en control drawings. Deze informatie vindt u op
www.pepperl-fuchs.com.
4. Bedoeld gebruik
Het apparaat is uitsluitend goedgekeurd voor het bedoeld gebruik. Bij het
negeren van deze handleiding zullen eventuele garantie en
aansprakelijkheid van de fabrikant komen te vervallen.
Het apparaat wordt bij controle en instrumentatie (C&I-technologie)
gebruikt voor de overdracht van signalen, zoals 20 mA- en 10 V-standaard
signalen. Het apparaat heeft intrinsiek veilige circuits voor de bediening
van intrinsiek veilige veldtoestellen in explosiegevaarlijke omgevingen.
Gebruik het apparaat uitsluitend binnen de gespecificeerde
omgevingsomstandigheden en gebruikssituatie.
Het toestel is ontwikkeld voor montage op een 35-mm DIN-montagerail
conform EN 60715.
Het apparaat is een gekoppeld apparaat conform IEC/EN 60079-11.
Het apparaat is een elektrisch apparaat voor een explosiegevaarlijke
omgeving van Zone 2.
Het apparaat mag in veilige omgevingen worden gemonteerd.
5. Onjuist gebruik
De bescherming van het personeel en de fabriek kan niet worden
gegarandeerd als het apparaat niet wordt gebruikt overeenkomstig het
bedoeld gebruik.
6. Montage en installatie
Beschadigde of vervuilde apparaten mogen niet worden gemonteerd.
Monteer het apparaat zodanig dat het is beschermd tegen mechanisch
gevaar. Monteer het apparaat bijvoorbeeld in een algehele behuizing.
Monteer het apparaat niet in de buurt van een potentieel
stofexplosiegevaarlijke atmosfeer.
Het toestel biedt een beschermingsgraad IP20 conform IEC/EN 60529.
Het apparaat dient uitsluitend te worden geïnstalleerd en gebruikt in een
omgeving met verontreinigingsgraad 2 (of beter) conform
IEC/EN 60664-1.
Als het apparaat wordt gebruikt in omgevingen met een hogere
verontreinigingsgraad, moet het dienovereenkomstig worden beschermd.
Alle circuits die worden aangesloten op het apparaat, moeten voldoen aan
overspanningscategorie II (of beter) conform IEC/EN 60664-1.
Neem de installatie-instructies conform IEC/EN 60079-14 in acht.
DOCT-4849 / 2015-11
Vereisten voor kabels en ingangspoorten
Let op de volgende punten bij het installeren van kabels en
ingangspoorten:
Neem de toegestane kerndoorsnede van de geleider in acht.
Als u kabels gebruikt, dient u kabeleindbeschermingen te krimpen en deze
op de uiteinden van de geleider te plaatsen.
Gebruik slechts één geleider per klem.
Bij het installeren van de geleiders moet u erop letten dat de isolatie tot de
klem reikt.
Neem de momentkracht van de klemschroeven in acht.
Vereisten voor gebruik als geassocieerd apparaat
Als circuits met beschermingstype Ex i worden gebruikt met niet-intrinsiek
veilige circuits, dienen ze niet meer te worden gebruikt als circuits met
beschermingstype Ex i.
Neem alle scheidingsafstanden tussen alle niet-intrinsiek veilige circuits
en intrinsiek veilige circuits in acht conform IEC/EN 60079-14.
Neem de scheidingsafstand tussen twee aangrenzende intrinsiek veilige
circuits in acht conform IEC/EN 60079-14.
Houd bij het aansluiten van intrinsiek veilige veldtoestellen aan de
intrinsiek veilige circuits van het gekoppelde apparaat rekening met de
respectieve piekwaarden van de veldtoestellen en het geassocieerd
apparaat (controle van intrinsieke veiligheid). Zorg dat u IEC/EN 60079-14
en IEC/EN 60079-25 in acht neemt.
Als er geen L
- en C
-waarden zijn gespecificeerd voor het gelijktijdig
o
o
optreden van samengevoegde inductantie en capaciteit, geldt de
volgende regel.
De gespecificeerde waarde voor L
l
van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het circuit heeft uitsluitend gedistribueerde inductantie en
l
capaciteit, bijv. in kabels en ingangspoorten.
De totale waarde van L
l
de gespecificeerde L
De totale waarde van C
l
de gespecificeerde C
Maximaal 50% van de gespecificeerde waarde voor L
l
gebruikt als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
De totale waarde van L
gespecificeerde L
-waarde.
o
De totale waarde van C
gespecificeerde C
-waarde.
o
De verminderde capaciteit voor gasgroepen I, IIA en IIB mag niet hoger
l
zijn dan 1 µF (inclusief kabel). De verminderde capaciteit voor
gasgroep IIC mag niet hoger zijn dan 600 µF (inclusief kabel).
Als meerdere kanalen van een apparaat parallel aan elkaar zijn
verbonden, dient u ervoor te zorgen dat de parallelle aansluiting direct bij
de klemmen van het apparaat wordt gemaakt. Neem bij de verificatie van
intrinsieke veiligheid de maximumwaarden voor de parallelle verbinding in
acht.
Neem de aardingsvereisten voor beschermingstype Ex i in acht conform
IEC/EN 60079‑14.
Zorg ervoor dat externe aardingsverbindingen aanwezig zijn, in goede
staat verkeren en niet beschadigd of gecorrodeerd zijn.
Vereisten voor equipment protection level Gc
Het apparaat mag alleen worden gemonteerd en bediend in algehele
behuizingen die
voldoen aan de vereisten voor algehele behuizingen conform
l
IEC/EN 60079-0,
beschermingsgraad IP54 hebben conform IEC/EN 60529.
l
Het apparaat mag worden geïnstalleerd in gasgroepen IIC, IIB en IIA.
Het verbinden of loskoppelen van elektrisch geladen niet-intrinsiek veilige
circuits is alleen toegestaan bij afwezigheid van een potentieel
explosiegevaarlijke atmosfeer.
7. Gebruik, onderhoud, reparatie
Het apparaat mag niet worden gerepareerd, gewijzigd of anderszins
aangepast.
Als er een defect wordt geconstateerd, vervangt u het apparaat altijd door
een origineel toestel van Pepperl+Fuchs.
Vereisten voor gebruik als geassocieerd apparaat
Als circuits met beschermingstype Ex i worden gebruikt met niet-intrinsiek
veilige circuits, dienen ze niet meer te worden gebruikt als circuits met
beschermingstype Ex i.
Zorg ervoor dat externe aardingsverbindingen aanwezig zijn, in goede
staat verkeren en niet beschadigd of gecorrodeerd zijn.
Vereisten voor equipment protection level Gc
1 / 2
en C
wordt gebruikt als aan een
o
o
(exclusief kabel) van het circuit is < 1% van
i
-waarde.
o
(exclusief kabel) van het circuit is < 1% van
i
-waarde.
o
o
(exclusief kabel) van het circuit is ≥ 1% van de
i
(exclusief kabel) van het circuit is ≥ 1% van de
i
en C
wordt
o