Advertenties
23. MICROFOONPLUG
4-polige microfoonplug met sluitende ringmoer om aan te sluiten op de microfoonaansluiting (17) aan de voorkant
van de radio.
Probeer de nooit de behuizing van de radio te openen. Er zitten geen onderdelen in de behuizing de te
vervangen zijn door de gebruiker. Het knoeien of modificeren van het radiocircuit of diens oorspronkelijke
fabrieksaanpassing kan schade aan het apparaat veroorzaken, kan de elektrische specificaties
veranderen en zal de garantie ongeldig maken. Wanneer er onderhoud nodig is, laat dit dan alleen over
aan een gekwalificeerd en geautoriseerd onderhoudscentrum.
Installeren
Installeren
Voordat u de hoofdeenheid in het voertuig plaatst, controleer en selecteer de meest gemakkelijke plaats zodat de
radio makkelijk te bereiken is en gemakkelijk te bedienen is zonder dat het het besturen van het voertuig stoort of
onderbreekt. Gebruik de meegeleverde beugel en hardware om de radio te installeren. De beugelschroeven
moeten goed strakgedraaid worden om te voorkomen dat ze los gaan zitten door de trillingen van het voertuig. De
auto bevestigingsbeugel kan over of onder de radio geïnstalleeerd worden en de radio kan bekabeld worden zoals
gewenst volgens de specifieke installatie (onder het dashboard of geleide cabine dakinstallatie).
De installatie van de hoofdeenheid.
Voordat u de radio op het elektrische systeem van het voertuig aansluit, controleer of de radio uitgeschakeld is
waarbij de OFF/VOLUME (15) knop helemaal tegen de klok ingedraaid is op de OFF-positie. Het stroomsnoer
(21) van de radio is uitgerust met een zekeringhouder waarbij de zekering op de rode positieve (+) kabel zit. Sluit
het stroomsnoer aan op het elektrische systeem van het voertuig, let daarbij vooral op dat de correcte polariteit in
achtgenomen wordt zelfs als de radio beschermd is tegen omgekeerde polariteit. Sluit de rode kabel aan op de
positieve (+) pool en de zwarte kabel op de negatieve (-) kabel van het elektrische systeem van het voertuig.
Controleer of de kabels en de terminals stevig en stabiel aangesloten zijn om te voorkomen dat kabels loslaten of
kortsluiting veroorzaken.
Het installeren van de antenne.
Een specifieke draagbare antenne aangepast voor het 27 MHz frequentiebereik moet gebruikt worden. De
antenna-installatie moet uitgevoerd worden door een gespecialiseerde technicus of onderhoudscentrum. Let er
vooral op om de antenne op het voertuig perfect geaard te installeren.
geïnstalleerd wordt is het noodzakelijk om te controleren of de antenne correct functioneert met een lage golfratio
(S.W.R.), d.m.v. adequate instrumenten. Indien dat niet gebeurd dan kan het zendercircuit van de radio
beschadigd raken. De antenne moet gewoonlijk geïnstalleerd worden op het hoogste deel van het voertuig, vrij
van obstakels en zo ver mogelijk uit de buurt van bronnen van elektrische of elektromagnetische ruis. De
coaxkabel van de RF-antenne dient niet beschadigd of ingedrukt te worden wanneer het zich tussen de antenne
en de radio bevindt. Het correct functioneren van de antenne en de lage golfratio (S.W.R.) moet periodiek
gecontroleerd worden. Sluit de coax-kabel van de RF-antenne aan op de antenne-aansluiting (18) die zich aan de
achterzijde van de radio bevindt.
Het controleren van het functioneren van de radio.
Zodra de radio aangesloten is op het elektrische systeem van het voertuig en op de antenne kan het correct
functioneren van het systeem gecontroleerd worden. Ga als volgt te werk:
1)
Controleer of het stroomsnoer goed aangesloten is.
2)
Controleer of de coax-kabel van de RF-antenne goed aangesloten is.
3)
Sluit de microfoon aan op de aansluiting (17), die zich aan de voorzijde van de radio bevindt.
WAARSCHUWING!
Voordat de antenne op de radio
Advertenties
