VOORZICHTIG:
aangesloten op een actief stopcontact, ongeacht of het systeem is in- of uitgeschakeld. Haal de
stekker van het netsnoer uit het stopcontact om schade aan de interne onderdelen van de
computer te voorkomen.
5.
Als de computer op een standaard is geplaatst, verwijdert u de computer van deze standaard en
legt u de computer neer.
6.
Verwijder het toegangspaneel van de computer.
7.
Bepaal de plaats van de batterij en de batterijhouder op de systeemkaart.
OPMERKING:
verwijderen om toegang tot de batterij te krijgen.
8.
Het type batterijhouder op de systeemkaart bepaalt welke van de volgende sets instructies van
toepassing is voor het vervangen van de batterij.
Type 1
a.
Neem de batterij uit de houder.
Afbeelding B-1
b.
Schuif de nieuwe batterij in de juiste positie met de pluspool naar boven. De batterij wordt
automatisch in de juiste positie vergrendeld.
Type 2
a.
Knijp de metalen klem boven de batterij enigszins samen om de batterij te ontgrendelen.
Verwijder de batterij wanneer deze omhoog komt (1).
32
Bijlage B Batterij vervangen
Er staat altijd spanning op de systeemkaart wanneer het systeem is
Bij bepaalde modellen kan het noodzakelijk zijn een intern onderdeel te
Knoopcelbatterij vervangen (type 1)