2.3 Beschrijving van interne onderdelen
2.3.1 Toevoer- en uitblaasluchtventilatoren
De ventilatoren hebben externe rotormotoren van het type EC, die traploos en afzonderlijk van 0-100%
kunnen worden geregeld. De snelheid kan in 2 stappen (normaal/gereduceerd) worden geprogrammeerd,
afhankelijk van de programmering van het weekschema. De motorlagers zijn voor de gehele levensduur
gesmeerd en onderhoudsvrij. Voor het reinigen kunnen de ventilatoren worden verwijderd, zie hoofdstuk 5
voor meer informatie.
2.3.1.1 Druktransmitter ventilatoren
De luchthoeveelheid wordt door 2 druktransmitters op een constant niveau gehouden door het drukverschil
over de inlaatconus van de ventilatorwaaiers te meten (pos.10 Figuur 1, Figuur 2). De druktransmitters
zijn af fabriek in alle units met CAV-regeling geïnstalleerd. Bij VAV-units worden de druktransmitters niet
af fabriek in de unit gemonteerd. Deze worden daarentegen los bij de unit geleverd en kunnen in de
toevoer- en uitblaasluchtkanalen worden gemonteerd, zie "Installatie-instructies" voor meer informatie
over VAV-installaties.
2.3.2 Aanzuig- en retourluchtfilters
De filters zijn van het type zakkenfilter met filterkwaliteit F7 voor het toevoerluchtfilter en F5 voor het
uitblaasluchtfilter. Verontreinigde filters moeten worden vervangen. Nieuwe filtersets zijn bij uw installateur
en Systemair verkrijgbaar.
2.3.2.1 Drukbewaking filters
Een drukbewaking meet het drukverschil boven de inblaas- en retourluchtfilters (pos.9 Figuur 1,Figuur 2).
Als de drukval de ingestelde waarde bereikt, gaat er een alarm af in de hoofdregelaar. Het drukverschil
kan worden ingesteld tussen 40 en 300 Pa. De drukschakelaar is af fabriek vooraf ingesteld op 240 Pa.
2.3.3 Warmtewisselaar
De Topvex SR/TR-modellen zijn uitgerust met een zeer efficiënte, door een riem aangedreven, roterende
warmtewisselaar. De vereiste toevoerluchttemperatuur wordt daarom gewoonlijk gehandhaafd zonder
extra warmte toe te voegen. De warmtewisselaar kent een automatisch bedrijf dat afhangt van de
ingestelde temperatuur. Bij levering is er op de rotor een extra aandrijfriem aangebracht (pos. 8
Figuur 1,Figuur 2).
De Topvex TR-warmtewisselaar kan voor schoonmaken en onderhoud worden verwijderd, zie hoofdstuk 5
voor meer informatie.
2.3.3.1 Rotormotor
Zolang er een warmtevraag is, drijft de rotormotor de wisselaarrotor met een oneindig tpm aan. De motor
wordt geregeld door een analoog 0-10V regelsignaal (pos.6 Figuur 1 en Figuur 2).
2.3.3.2 Rotatiebewaking
Een in de regeleenheid van de warmtewisselaar ingebouwde rotatiebewaking registreert de rotatie van de
rotor van de warmtewisselaar. Als de warmtewisselaar stopt terwijl er een vraag naar warmte/koeling is,
geeft de regeleenheid van de wisselaar een alarmsignaal af naar de hoofdregelaar.
Topvex SR 09, 11, TR 09-15
Bedrijfs- en onderhoudsinstructies
Systemair AB
4
20788013