Inhoudsopgave
Advertenties
Quick Links
Advertenties
Inhoudsopgave
Gerelateerde Handleidingen voor XPPen Artist Series
Samenvatting van Inhoud voor XPPen Artist Series
- Pagina 1 Gebruikershandleiding Artist-series pendisplay...
-
Pagina 2: Inhoudsopgave
Contents 1 Overzicht 1.1 Productoverzicht 1.2 Accessoires 1.3 Verbinding 1.4 Besturingssystemen 2 Aan de slag met uw pendisplay 2.1 Download 2.2 Installatie 2.3 Inleiding tot stuurprogramma 2.4 Werkbereik 2.4.1 Scherm 2.4.2 Pentablet/Pendisplay 2.5 Toepassing 2.6 Peninstellingen 2.7 Sneltoetsen 2.8 Touch/roller 2.8.1 Roller 2.8.2 Touch 2.9 Instellingen... -
Pagina 3: Overzicht
1 Overzicht 1.1 Productoverzicht 1. Opening voor koord 2. Sneltoetsen 3. Display/werkbereik 4. Aan-uit-toets 5. Indicatielampje a. Klik op de aan-uit-toets om het apparaat in te schakelen. Het blauwe indicatielampje zal gaan branden. Klik weer op de aan-uit-toets om het apparaat uit te schakelen. b. -
Pagina 4: Verbinding
* Alle afbeeldingen dienen slechts als referentie en kunnen afwijken van het originele product Verbinding 1. 3-in-1-kabelverbinding Normaal gesproken kan het apparaat worden ingeschakeld wanneer de zwarte USB-A-kabel op uw computer is aangesloten. Een knipperend scherm van het apparaat kan wijzen op een laag vermogen, in welk geval u wordt aangeraden de rode USB-A-kabel aan te sluiten op een andere USB-poort van uw computer of de netadapter. -
Pagina 5: Stuurprogramma Installeren
IV. Stuurprogramma installeren 1. Zorg dat uw tablet/display aangesloten is op de computer. 2. Bezoek de website van XPPen (www.xp-pen.com), kies de sectie Support en klik op Download. Kies het productmodel en download het nieuwste stuurprogramma dat bij uw computersysteem past. -
Pagina 6: Besturingssysteem
3. Het wordt aanbevolen om de computer na installatie te herstarten. 2.3 Inleiding tot stuurprogramma Voor de beste prestaties van uw apparat raden wij u aan de stuurprogramma’s regelmatig te controleren en bij te werken via de website van XPPen... -
Pagina 7: Werkbereik
Nadat het stuurprogramma is geïnstalleerd, sluit u uw apparaat op uw computer aan en vervolgens opent u het stuurprogramma. Daarna kunt u beginnen met de persoonlijke instellingen van uw apparaat. Opmerkingen: Dit document beschrijft alle functies van het stuurprogramma, maar de functies tijdens het gebruik hangen af van de verschillende aangesloten apparaten. -
Pagina 8: Pentablet/Pendisplay
de muis om het schermpictogram van de stuurprogramma-interface te verslepen om het weergavebereik van het scherm aan te passen. Kalibreren: Kalibreer de afwijking tussen de stylus en de cursor. Displaynummer tonen: Identificeer alle aangesloten monitors; de numerieke identificators worden in de linkerbenedenhoek van elke monitor weergegeven. -
Pagina 9: Toepassing
2.5 Toepassing Stel na het selecteren van de applicatie de gewenste functie in voor deze applicatie. a. Klik op '+' rechtsboven de toepassingsbalk om de interface voor het selecteren van de toepassing te openen. b. Selecteer de toepassing die moet worden toegevoegd uit het actieve programma of klik op de knop 'Bladeren' om geïnstalleerde software toe te voegen. -
Pagina 10: Peninstellingen
2.6 Peninstellingen Zodra de pen zich binnen het werkbereik bevindt, wordt deze automatisch toegevoegd aan de driver. Meerdere pennen worden ondersteund en iedere pen kan afzonderlijk worden geconfigureerd (alleen voor enkele modellen). Pen-toetsen: Stel hier de functies van de pen-toetsen in. U kunt op de vervolgkeuzelijst klikken om 'Aanpassen' te gebruiken. - Pagina 11 U kunt hier meerdere toetscombinaties instellen. Als u op de toets van de pen drukt, worden alle ingestelde toetscombinaties weer actief. De functies die in het rode vak worden weergegeven, verschillen per apparaat. Precisiemodus: In de precisiemodus wordt het werkbereik van het apparaat gereduceerd tot een klein bereik. Met deze functie kunt u in bepaalde bereiken meer gedetailleerde tekeningen maken.
-
Pagina 12: Sneltoetsen
Sommige tekensoftware ondersteunt de Windows Ink pendruk. U kunt 'Windows Ink' selecteren of annuleren om deze functie, die standaard open is, te openen of te sluiten. 2.7 Sneltoetsen Om de sneltoetsen van het apparaat te gebruiken, stelt u de invoermethode in op de Engelse modus. -
Pagina 13: Touch
Aanpassen: In de aangepaste instellingen kunt u KL en KR op overeenkomstige toetscombinaties instellen en ze een aangepaste naam geven. 2.8.2 Touch Roller modus: De instellingen zijn dezelfde als bij Roller. (zie 2.8.1 Roller). Muis modus: Gebruik het touchpad als muis 2.9 Instellingen Sneltoetsen uitschakelen: Sluit functies van alle sneltoetsen. - Pagina 14 Bericht uitschakelen: Als de sneltoets wordt gebruikt, verschijnt er geen bericht onderaan het scherm als deze functie is aangevinkt. Druk deactiveren: U voelt dan geen druk bij het gebruik van deze stylus. Kantelen uitschakelen: Schakel de arceerfunctie van de stylus uit. Diagnosetool: Bij problemen met uw stuurprogramma kunt u de diagnosetool gebruiken.