Bedieningshandleiding
Noodstop-trekkoordschakelaars.
4. Elektrische aansluiting
4.1 Algemene opmerkingen betreffende de elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting mag uitsluitend in spanningsloze
toestand door gemachtigd en gekwalificeerd personeel
uitgevoerd worden.
Gebruik uitsluitend kabelingangen die toegelaten zijn voor het
toepassingsgebied. Montage van de kabelingang volgens de hiervoor
geldende bedieningshandleiding. De kabelwartel is uitsluitend
toegelaten voor vast gemonteerde kabels en leidingen. De bouwer
moet voor de noodzakelijke trekontlasting zorgen. Alle niet-gebruikte
kabelingangen moeten met Ex-gecertificeerde sluitschroeven afgedicht
worden. Kabelwartels en sluitschroeven zijn niet in de levering
inbegrepen. Na de bedrading moeten de dekselschroeven gelijkmatig
vastgedraaid worden. Aandraaimoment: 1 Nm.
4.2 Contactvarianten
1 maakcontact (NO) /
1 verbreekcontacten (NC)
EX-T3Z 068-11YR
13
14
21
22
2 maakcontact (NO) /
2 verbreekcontacten (NC)
EX-T3Z 068-22YR
13
14
S1
21
22
13
14
S2
21
22
3 maakcontact (NO) /
3 verbreekcontacten (NC)
EX-T3Z 068-33YR
13
14
S1
21
22
13
14
S2
21
22
13
14
S3
21
22
Meer informatie voor het kiezen van geschikte
veiligheidsmodules vindt u in de Schmersal catalogi of in de
online catalogus: www.schmersal.net.
4
4.3 Schakelwegdiagrammen
38°
32° 0
32°
38°
13-14
21-22
38°
38°
32° 0
32°
S1
13-14
21-22
S2
13-14
21-22
38°
38°
32° 0
32°
S1
13-14
21-22
S2
13-14
21-22
S3
13-14
21-22
5. Gebruik en onderhoud
5.1 Functietest
De veiligheidsfunctie van de veiligheidsschakelaar moet getest worden.
Hierbij moet vooraf het volgende gegarandeerd zijn:
1. De installatie is volgens de voorschriften uitgevoerd.
2. De aansluiting is correct uitgevoerd.
3. De kabel is correct getrokken en aangesloten.
4. De veiligheidscomponent is niet beschadigd.
5. Controle van de gemakkelijke toegankelijkheid van de bediensleutel
in de schakelaar
6. Verwijdering van stof en vuil
7. Controle van de wartelinvoer en de aansluitingen in spanningsloze
toestand
5.2 Onderhoud
Bij een zorgvuldige montage en mits inachtneming van de hiervoor
beschreven opmerkingen is slechts een miniem onderhoud vereist.
In zware bedrijfsomstandigheden raden wij een regelmatig onderhoud
aan, inclusief de volgende stappen:
1. Controle van de vrije beweging van het bedienelement
2. Verwijdering van stof en vuil
3. Bevestiging van het dekselschroeven controleren
4. Controle van de bevestiging en eventuele beschadiging
5. Controle van de wartelinvoer en de aansluitingen in spanningsloze
toestand
De behuizing mag niet geopend worden als zij onder
spanning staat.
Beschadigde of defecte componenten moeten onmiddellijk
vervangen worden. Omwille van de explosiebeveiliging moet de
component na max. 50.000 schakelingen vervangen worden.
6. Demontage en afvalverwijdering
6.1 Demontage
De veiligheidsschakelaar mag uitsluitend in spanningsloze toestand
gedemonteerd worden.
6.2 Afvalverwijdering
De veiligheidscomponent moet op een correcte manier volgens de
geldende nationale voorschriften en wetgevingen afgevoerd worden.
NL
EX-T3Z 068