De display onderhouden
Onderhoudsrichtlijnen
Voor het verbeteren van de prestaties en verlengen van de levensduur van
de display:
•
Open de displaykast niet en probeer niet om zelf onderhoud aan dit product
uit te voeren. Stel alleen de bedieningen af die worden behandeld in de
bedieningsinstructies. Als de display niet goed werkt of is gevallen of
beschadigd, neemt u contact op met een geautoriseerde ASUS-dealer,
-wederverkoper of -serviceprovider.
•
Gebruik alleen een geschikte voeding en aansluiting voor deze display, als
aangegeven op het label/de achterplaat van de display.
•
Zorg ervoor dat de totale ampèrewaarde van de producten aangesloten op het
stopcontact niet hoger is dan de nominale stroom van het AC-stopcontact, en
dat de totale ampèrewaarde van de producten aangesloten op het snoer niet
hoger is dan de specificatie van het snoer. Kijk op het stroomlabel voor het
bepalen van de ampèrewaarde (AMPS of A) voor elk apparaat.
•
Installeer de display in de buurt van een stopcontact dat u gemakkelijk kunt
bereiken. Koppelde display los door de stekker stevig vast te pakken en het uit
het stopcontact te trekken. Koppel de display nooit los door aan het snoer te
trekken.
•
Schakel de display uit indien niet gebruikt. U kunt de levensverwachting van de
display aanzienlijk verhogen door het gebruik van een screensaverprogramma
en het uitschakelen van de display wanneer het niet wordt gebruikt.
OPMERKING: Een ingebrand beeld op het scherm valt niet onder de garantie.
•
Sleuven en openingen in de kast dienen voor de ventilatie. Deze openingen
mogen niet worden geblokkeerd of afgedekt. Duw nooit objecten van welke
aard ook in sleuven of andere openingen van de kast.
•
Laat de display niet vallen en zet het niet op een onstabiel oppervlak.
•
Zorg ervoor dat er niets op de voedingskabel staat. Loop niet op de kabel.
•
Bewaar de display in een goed geventileerd gebied, weg van overmatig licht,
hitte of vocht.
•
Bij het verwijderen van de displaystandaard, moet u de display met de voorkant
omlaag plaatsen op een zacht gebied om te voorkomen dat het bekrast of
beschadigd raakt of kapot gaat.
xvi