Inhoudsopgave
Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
9.
Applicatieprogrammas
9.9 Doseren
De volgende doseerfuncties kunnen worden ingesteld:
f
f
f
f
f
Kies de doseerfunctie in de settingmodus (zie afzonderlijke beschrijving
470.702.119 Gebruikersmodus en 470.051.109 Doseren).
Instellen van de schakelpunten
Stel met de schakelpunten het grove debiet, het fijne debiet en de correctiewaar-
de in (zie hoofdstuk 9.6).
Het grootst mogelijke schakelpunt is de volle belasting.
Doseer verrichting
Trek de container naar behoefte aan.
Opmerking: In de instellingsmodus moet een doseerstartblok met een
niet-aangepaste schaal worden gekozen (zie afzonderlijke beschrijving
470.702.119 Gebruikersmodus).
Start de doseerfunctie door op de functietoets te drukken.
Het doseerventiel gaat open en het doseerproduct begint te stromen.
De gele LED brandt en het display knippert tot het ingestelde doseergewicht is
bereikt.
De groene LED brandt bij het bereiken van het doseergewicht en binnen de
tolerantiegrenzen. Het doseerventiel sluit.
Bij overschrijding van de bovenste tolerantie van het doseergewicht brandt de
rode LED.
Grof en fijn doseren zonder correctiewaarde
Grof en fijn doseren met correctiewaarde
Grof doseren zonder en fijn doseren met correctiewaarde
Fijn doseren zonder correctiewaarde
Fijne dosering met correctiewaarde
Schakelpunt
Parameter
S1
Instelpunt voor grove dosering
S2
Instelpunt voor fijne dosering
S3
Correctiewaarde voor grove dosering
S4
Correctiewaarde voor fijne dosering
9
77
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
