6.
Druk op knop 2 om naar de volgende stap te
gaan en het scherm To Proceed (volgende)
weer te geven.
7.
Druk op knop 2 om naar de volgende stap te
gaan en het scherm 15 Second Catch Test
(opvangtest van 15 seconden) weer te geven.
Opmerking:
Het strekt tot aanbeveling de
opvangtest van 15 seconden te beginnen bij
2,75 bar en de druk naderhand aan te passen.
Alle spuitbomen moeten actief zijn wanneer u
de opvangtest uitvoert.
8.
Begin bij 2,75 bar en gebruik de
gebruiksdosisschakelaar om de spuitdruk
aan te passen tot een opvangtest het
weergegeven volume voor de geselecteerde
spuitdopkleur oplevert.
9.
Druk op knop 2 om naar de volgende stap te
gaan.
10.
Schakel alle spuitbomen in, zet de
hoofdschakelaar aan en druk op knop 2
om de kalibratie te starten.
Opmerking:
De kalibratie duurt enkele
minuten.
Opmerking:
Terwijl de machine spuit, zal
het InfoCenter het gemeten vloeistofvolume
weergeven.
Belangrijk:
U mag de pomp en spuitbomen
niet uitschakelen tijdens de kalibratie.
11.
Als de kalibratie geslaagd is, zal het scherm
Calibration Successful weergegeven worden;
druk op knop 5 om het scherm te verlaten.
12.
Als de kalibratie mislukt is, zal het scherm
Calibration Failed en de reden daarvan
weergegeven worden; druk op knop 5 om het
scherm te verlaten en de kalibratie opnieuw te
starten.
Snelheidskalibratie
1.
Controleer of de banden de juiste spanning
hebben; zie
Bandenspanning controleren (bladz.
36).
2.
Om naar het scherm Snelheid te gaan, drukt u
in het scherm Kalibratie op knop 2 tot u Snelheid
bereikt; druk dan op knop 4
Snelheid te selecteren.
3.
Vul de spuittank met minimaal 700 liter water en
schakel de parkeerrem in.
4.
Druk op knop 2 om naar de volgende stap
te gaan en het scherm Speed Calibration
(kalibratie snelheid) weer te geven.
5.
Markeer de gewenste afstand voordat u naar
het volgende scherm gaat.
(Figuur
31) om
30
6.
Druk op knop 2 om naar de volgende stap te
gaan.
7.
Druk op knop 3 om de gewenste afstand te
vergroten of knop 4 om de gewenste afstand te
verkleinen
(Figuur
Opmerking:
Als u de kalibratie afbreekt
door knop 5 in te drukken, keert het systeem
automatisch terug naar de eerder ingestelde
afstand.
1. De gewenste afstand
vergroten
8.
Zet de spuitbomen af en druk op knop 2 om de
kalibratie te starten.
Opmerking:
Terwijl u met de machine rijdt en
de snelheidskalibratie wordt uitgevoerd, geeft
het InfoCenter de afstand weer tot deze de
ingestelde waarde bereikt.
Belangrijk:
Schakel de machine niet uit
wanneer de snelheidskalibratie voltooid is.
9.
Begin met het midden van het voorwiel op de
0-markering en rij het voertuig met ongeveer 5
tot 8 km/u naar de andere markering; stop met
het midden van het voorwiel op de markering.
10.
Druk op knop 2 om de afgelegde afstand te
bevestigen.
11.
Als de kalibratie geslaagd is, zal het scherm
Calibration Successful weergegeven worden;
druk op knop 5 om het scherm te verlaten.
12.
Als de kalibratie mislukt is, zal het scherm
Calibration Failed en de reden daarvan
weergegeven worden; druk op knop 5 om het
32).
Figuur 32
2. De gewenste afstand
verkleinen
g034324