Advertenties
Inbedrijfstelling
Ozonisator en voedingsapparaat droog plaatsen. 12V-stekker in de netaansluiting (10) van de
ozonisator steken. De ozonisator is van een regelaar (potentiometer) (2) voorzien. Hiermee kan het
ozonvermogen geleidelijk worden ingesteld. Als richtwaarde geldt voor 100 l zeewater ca. 10mg
ozon/uur, voor 100 l zoet water ca. 5mg ozon/uur. Steek de stekker in een stopcontact.
De led (1) is de aan/uit indicator van de ozonisator en brandt in de nulstand niet. Als het vermogen
wordt verhoogd, gaat de led (1) branden en wordt lichter. Bij een vermogen van 100% brandt de
aan/uit indicator constant.
Om de benodigde ozon vast te stellen, adviseren wij om het redoxpotentiaal met een „Sander
redoxpotentiaal meter en regelaar" te meten. Dit apparaat schakelt de ozonisator afhankelijk van
de ingestelde gewenste waarde automatisch in resp. uit. Hiervoor dient de ozonisator op vol
vermogen te zijn ingesteld.
Bij de eerste inbedrijfstelling adviseren wij om het vermogen 14 dagen lang langzaam te verhogen,
zodat het aquarium zich langzaam aan de betere waterkwaliteit aanpast.
Reiniging van het ozonelement
Het ozonvermogen wordt bij hoge luchtvochtigheid en stofconcentratie aanzienlijk verminderd.
Daarom is er een ozonelement (6) ontwikkeld dat zonder problemen kan worden geopend en
eventueel gereinigd. Er wordt geadviseerd om het ozonelement bij ononderbroken werking ca. om
de 3 tot 6 weken op vervuiling te controleren.
Werkwijze bij het reinigen
Stekker uit stopcontact
Trek de stekker uit de netaansluiting (10)
Borgschroeven (6) van het ozonelement (7) met in de handel verkrijgbare
kruisschroevendraaier losdraaien
Kap van het ozonelement (7) verwijderen
Ozonplaten met een vochtige doek afvegen (bij sterke vervuiling met extra schuurmiddel)
Samenstelling
Ozonelement (7) conform opschrift bevestigen
Steek de stekker in het stopcontact
Stekker in het apparaat steken
Advertenties
