Advertenties
STAP 5 – Vastzetten van de staanders
Figuur 15
Figuur 15
Figuur 16
Figuur 17
Controleer of de staanders (C) loodrecht
staan. Boor met een metaalboor van 10
mm
2
gaten
in
vervolgens met een betonboor van 10 mm
door de voetstukken (D) in de grond en zet
de voetstukken vast met de bijgeleverde
plug en schroef (fig. 15).
In het geval u een overkapping heeft met
meer dan twee staanders, dan monteert u
nu
de
resterende
hierbij
een
gelijkmatige
montage van de staander en het voetstuk
gebeurt op dezelfde wijze als die van de
buitenste staanders.
LET OP:
De installateur dient erop toe te zien dat de
staanders
op
een
worden vastgezet, bijvoorbeeld in beton.
Een goede verankering is noodzakelijk in
verband met de windbelasting van de
constructie.
Controleer de helling van het dakgootprofiel
(voor een goede afwatering houdt u een
afschot van 4mm/meter aan) en pas zo
nodig de hoogte van de staanders aan met
het
voetstuk
aan
daartoe
onderaan
weerszijden twee gaten Ø4,2 mm door
zowel de staander als het voetstuk en draai
er de zelfborende schroeven 4,8 x 13 in om
alles vast te zetten (fig. 16).
Bij de staanders waar u een afvoeropening
heeft aangebracht (stap 2) dient u rondom
een siliconendichting aan te brengen, daar
waar
de
staander
dakgootprofiel (fig. 17).
het
voetstuk.
Boor
staander(s).
Hanteer
verdeling.
De
gepaste
ondergrond
de
onderzijde.
Boor
de
staanders
aan
aansluit
op
het
8
Advertenties
