Bij een optimale afstelling veert de
achterbouwdemper met gecontroleerde snelheid
uit. Het achterwiel stuitert niet van de oneffenheid
of de ondergrond op, maar behoudt het contact
met de ondergrond (blauwe lijn).
Het zadel wordt iets opgetild wanneer de
oneffenheid wordt opgevangen en zakt iets
omlaag wanneer de vering inveert zodra het wiel
Afbeelding 139: Optimaal rijgedrag van de achterbouwdemper
Bij een optimale afstelling werkt de
achterbouwdemper het inveren tegen, blijft deze
hoger in de veerweg en ondersteunt deze om de
Afbeelding 140: Optimaal rijgedrag van de achterbouwdemper in heuvelachtig terrein
Bij een optimale afstelling veert de
achterbouwdemper bij het raken van
oneffenheden snel en ongehinderd in en vangt
deze de oneffenheid op. De tractie blijft in stand
(blauwe lijn).
Afbeelding 141: Optimaal rijgedrag van de achterbouwdemper bij oneffenheden
MY23P0a -56_1.0_11.10.2022
na de oneffenheid weer contact maakt met de
ondergrond. De achterbouwdemper veert
gecontroleerd uit zodat de berijder of berijdster
horizontaal blijft terwijl de volgende oneffenheid
wordt opgevangen. De beweging van de vering is
voorspelbaar en gecontroleerd. De berijder of
berijdster wordt niet omhoog of naar voren
geworpen (groene lijn).
snelheid bij het rijden in heuvelachtige delen van
het terrein vast te houden.
Het zadel gaat bij het opvangen van de
oneffenheid iets omhoog (groene lijn).
Gebruik
158