KEWTECH KT600 Elektrische installatietester
Isolatieweerstand, continuïteitsfuncties en
aardingsweerstandsmetingen kunnen alleen worden uitgevoerd op
spanningsloze objecten.
De aanduiding PASS/FAIL is ingeschakeld wanneer de limiet is
ingesteld. Pas de juiste grenswaarde toe voor de evaluatie van de
meetresultaten.
In het geval dat slechts twee van de drie draden zijn aangesloten op de
te testen elektrische installatie, is alleen de spanningsindicatie tussen
deze twee draden geldig.
Isolatieweerstand
Als er spanningen van meer dan 10 V (AC of DC) tussen de
testklemmen worden gedetecteerd, wordt de isolatieweerstandsmeting
niet uitgevoerd.
Continuïteitsfunctie
Als er spanningen van meer dan 10V (AC of DC) tussen de
testklemmen worden gedetecteerd, wordt de continuïteit-
weerstandstest niet uitgevoerd.
Voordat u een continuïteitsmeting uitvoert, moet u, indien nodig, de
weerstand van het meetsnoer compenseren.
RCD functies
Parameters die in één functie zijn ingesteld, worden ook voor andere
RCD-functies bewaard.
De meting van de aanraakspanning schakelt normaal gesproken een
aardlekschakelaar (RCD) niet uit. De uitschakelgrens van de
aardlekschakelaar (RCD) kan echter wel worden overschreden als
gevolg van lekstroom naar de PE-beschermingsleiding of een
capacitieve verbinding tussen L- en PE-geleiders.
De RCD trip-lock sub-functie (functie keuzeschakelaar in LOOP positie)
duurt langer om te voltooien, maar biedt een veel betere
nauwkeurigheid van de weerstand van de storinglus (in vergelijking
met het RL-sub resultaat in de contactspanningsfunctie).
RCD-uitschakeltijd en RCD-uitschakelstroommetingen worden alleen
uitgevoerd als de aanraakspanning in de pre-test bij nominaal
verschilstroom lager is dan de ingestelde grenswaarde voor de
aanraakspanning.
De automatische testvolgorde (RCD AUTO-functie) stopt wanneer de
uitschakeltijd buiten de toegestane periode valt.
6