19. Als het routerverbindingslampje niet oranje of groen brandt, sluit u de
extender aan op een stopcontact dat zich dichter bij de router bevindt en
probeert u het opnieuw.
Blijf dit doen totdat het routerverbindingslampje oranje of groen gaat branden.
20. Verbind uw computer met WiFi of mobiele apparaat opnieuw met het nieuwe
WiFi-uitbreidingsnetwerk.
21. Test het nieuwe uitgebreide WiFi-bereik door uw computer met WiFi of mobiele
apparaat naar een gebied te verplaatsen waar het WiFi-signaal slecht is:
a.
Laat uw computer met WiFi of mobiele apparaat in het gebied staan waar
het WiFi-signaal slecht is en keer terug naar de extender.
b.
Controleer het apparaatverbindingslampje op de extender:
•
Als het apparaatverbindingslampje groen of oranje brandt, bereikt
uw nieuwe WiFi-uitbreidingsnetwerk het gebied waar het WiFi-
routersignaal slecht is, en is uw netwerkinstallatie voltooid.
•
Als het apparaatverbindingslampje rood brandt, bereikt uw
nieuwe WiFi-uitbreidingsnetwerk niet het gebied waar het WiFi-
routersignaal slecht is.
U dient uw computer met WiFi of mobiele apparaat dichter bij de
extender te zetten totdat het apparaatverbindingslampje groen of
oranje brandt.
Router
Extender Computer
12