59957LTNLW6H004
59957LTNLW6H005
Verbranding, warmte-overdracht en afvoer reststoffen
De brander verwarmt het cv-water dat door de rvs-warmtewis-
selaar stroomt. De waterdamp in de rookgassen condenseert
tegen het koude oppervlak van de rvs-spiralen. De warmte die
bij dit condensatieproces vrijkomt (de zogenaamde latente- of
condensatiewarmte) wordt eveneens aan het cv-water overge-
dragen. De afgekoelde rookgassen worden afgevoerd via het
rookgasafvoerkanaal. Het condenswater wordt via een door-
zichtige kunststof sifon afgevoerd.
De Remeha Avanta is een combiketel. Bij de Avanta verwarmt
een ingebouwde platenwarmtewisselaar sanitair water. Een
driewegklep bepaalt of verwarmd water naar de cv-installatie
stroomt of naar de platenwarmtewisselaar. Een tapsensor, aan
de koudwater-inlaatzijde van de platenwarmtewisselaar, signa-
leert het openen van een warmwaterkraan. De tapsensor geeft
een signaal aan de besturingsautomaat, die ervoor zorgt dat
de driewegklep omschakelt naar de warmwaterstand en dat de
pomp wordt ingeschakeld. De driewegklep is niet veerbelast
en verbruikt alleen stroom wanneer deze naar een andere
stand loopt.
Het cv-water verwarmt het tapwater in de platenwarmtewisse-
laar. Als er geen warmwater wordt getapt, dan zorgt de ketel in
comfortstand (zie Par. 2.8.8) voor een periodieke opwarming
van de warmtewisselaar. Eventuele kalkdeeltjes worden uit de
platenwisselaar gehouden door een waterfilter, dat zichzelf rei-
nigt bij omschakeling van warmwater naar cv-bedrijf.
9.1.3 Regeling
Het vermogen van de Remeha Avanta kan via een geïnte-
greerde OpenTherm-interface volledig modulerend worden
geregeld met een daarvoor geschikte modulerende thermos-
taat, zoals de Remeha Celcia 15 of 20. Op de Remeha Avanta
kan een 2- draads aan/uit-thermostaat, zoals de Remeha Cel-
cia 10 of een power stealing-thermostaat worden aangesloten,
zie Par. 2.7.
9.1.4 Besturing
De besturing van de Remeha Avanta, de zogenoemde Com-
®
fort Master
, zorgt voor een betrouwbare warmtelevering. Dit
houdt in dat de ketel praktisch omgaat met negatieve invloe-
den uit de omgeving (zoals minimale waterdoorstroming en
luchttransportproblemen). De ketel gaat bij dergelijke invloe-
den niet in storing, maar moduleert in eerste instantie terug en
gaat - afhankelijk van de aard van de omstandigheden - even-
tueel tijdelijk uit bedrijf (blokkering of regelstop). De ketel zal
warmte blijven leveren zolang zich geen gevaarlijke situaties
voordoen.
53