Inhoudsopgave
Advertenties
Let ook op volgende aandachtspunten:
1. De warmtepomp moet BUITEN worden geplaatst op een goed geventi-
leerde plaats om terugname van afgegeven koude lucht te voorkomen, of
in een ruimte van voldoende omvang voor de installatie, het onderhoud en
de luchtcirculatie. Houd rekening met de afstanden weergegeven op
de volgende afbeelding:
Er moet rondom de warmtepomp minimum 30 cm vrije ruimte worden voorzien
tussen de warmtepomp en de muur, de haag of bestaande installaties. Zo is een
goede luchtopname verzekerd. Om recirculatie van de lucht te vermijden, moet
minstens 250 cm ruimte worden vrijgelaten aan de luchtafvoer. We raden af het
toestel te plaatsen onder het normale niveau van de grond of onder een balkon of
luifel, want dit zou ook terugname van koude lucht veroorzaken en de werking van
het toestel verminderen of zelfs stoppen.
Correcte installatie
Slechte installatie
2. Het toestel moet op een stevige, vlakke en roestvrije ondergrond worden
geplaatst die het gewicht van de warmtepomp kan dragen. De warmte-
pomp moet met bouten (M10) aan de grond worden vastgemaakt.
Luchtopname
Luchtafvoer
Opgelet! Plaats de warmtepomp nooit tegen
een muur of haag of in een gesloten ruimte.
7
Advertenties
Inhoudsopgave
