NL
PROGRAMMERING VAN DE PERSOONLIJKE RADIOCODE
Programmeer met behulp van de 2 programmeringstoetsen 0 en 1 uw
persoonlijke radiocode om de communicatie tussen de detector en de
andere elementen van het systeem mogelijk te maken.
Neem opnieuw de persoonlijke radiocode die u gekozen heeft in
de paragraaf "Een persoonlijke radiocode kiezen" van de handleiding
bij het systeem. Zet op de 1ste rij een kruisje in de vakjes die overeen-
stemmen met de gekozen code.
Persoonlijke radiocode
Code van de rookdetector
Noteer op de 2de rij van uw tabel een "0" (nul) onder elk kruisje.
Zet in de lege vakjes van de tweede rij een "1" (één).
Programmeer de radiocode door op de knoppen "0" en "1" van de
detector te drukken, zoals in onderstaand schema:
Start de
programmering
door de
2 knoppen
gelijktijdig
in te drukken
tot het lampje
dooft
1
2
3
4
Voer de reeks
van 10 korte
knopdrukken in,
overeenkomstig
de persoonlijke
radiocode
5
6
7
8
9 10
Bekrachtig de
programmering door
de 2 knoppen
gelijktijdig in te
drukken tot het lampje
dooft. Het lampje licht
5 sec. op als signaal
van een correcte
programmering
44
Controle
van de persoonlijke
radiocode
Centrale in testmodus (autobevei-
liging uitgeschakeld).
Houd de programmeringstoets
"0" ingedrukt:
•
correct : scherpe BIP en
oplichting van het lampje "Brand"
of het gesproken bericht
brand",
•
verkeerd: lage BIP van de
centrale of geen enkel gesproken
bericht. Programmeer de per-
soonlijke radiocode opnieuw.
!
In geval van een foutieve
bediening knippert het
rode lampje.
Dan herhaalt u de procedure
vanaf het begin.
"alarm